rens hebben. Glose. Emmeken de becladde seide daer op die sinen boem opten groten vastenauont snoeyde die en sullen binnen iaers geen rupzemen oft wormen hebben
¶ Het xx. capittel.
(Die sijn vrijster hantgift opten iarsdach mit messen die minne sal vercouwen (Glose. Colette vanden kerue seide dair op die sijn vrijtster hantgift met spellen mit groten hoefden de minne wordeste heeter ende te gheduerigher
¶ Het xxi. capittele
Die vrij riden mach negenwerf eenen beer. sonder op houwen die is versekert van ix. paer siecten (Glose) Daer op seide een oude tandelose dat si dat wel geloefde maer si meende vander siecten daermen achterwaert af valt opten rugge
¶ Het xxij. capittel.
Wanneer als ghi siet een katte sitten opter vensteren in die sonne die den eers lect ende haren poet ouer hair ooren niet en strijct sonder twifele dien dach en sal niet liden sonder reghene (Glose) Mits dien hief haer op vrou calotte ende seide dat aen dat geen faute en was. want noch lagen haer clederen in die weyckuyp ende en dorste niet wasscen om dat haer catte niet op en hielt haren aerste lecken
¶ Het xxiij. capittel.
Die metten vinger oft met enen stoc in dasscen scrijft oft metten vier speelt dat is een teyken dat hi in sijn bedde ghepist heeft of pissen sal (Glose). Peronne die onstekene seide die sinen wiue dat vier siet decken voer sijn scenen sal alle die nacht ronken. ende ist een ionc meissen noch te huwen so en salsi van dien iare noch geene man crigen
¶ Het xxiiij. capittel.
Die anxt heeft dat sijn hont van eenen verwoeden honden gebeten mochte worden. die doe sinen hont eten ende drincken doer eenen treeft so is hi dien dach daer af