Pagina:Diemer of Watergraafsmeersche Courant 1782 no 093.pdf/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Ao. 1782.

DIEMER of WATERGRAAFS-

WORDT UITGEGEVEN TE AMSTERDAM

MAANDAG,

No. 93

MEERSCHE COURANT,

By JAN VERLEM, in de Warmoesſtraat,

het derde Huys van de Pylſteeg.

DEN VYFDEN AUGUSTUS.

VRANKRYK.

PARYS den 27 July. Het Spaanſche Escader zal onze Zeeſtreken tegen den 15 Augustus verlaaten, en wy zullen het naa Cadix met het onze volgen. In die Haven zullen tegen dien tyd nog 8 andere Schepen zyn, in ſtaat om zich by de Vloot te voegen; dus zal het niet waarſchynelyk zyn, dat de Engelſchen de Belegering van Gibraltar zullen koomen ontrusten; want zy zullen het zekerlyk niet w[a]gen met 30, of mogelyk weinig meer Scheepen te ſtaan tegen 48 of 50 Schepen van Linie, op eenen afſtand van 300 mylen van hunne Kusten, waar hunne Vloot, by eenen ongelukkigen uitſlag, geene wyk of ſchuilplaats zou vinden, en gevolglyk g[e]heel verlooren zyn.
Na de beſlisſing van deeze beruchte Belegering, zullen 30 Schepen van de Vereenigde Vloot naa St. Domingo gaan; en men gelooft, dat ze door den Grave d’Eſtaing zullen gecommandeerd worden.
Volgens brieven uit het Leger voor Gibraltar, hadt de Heer de Crillon, aan den Heer Elliot, Gouverneur dier Vesting verſche Levensmiddelen voor zyne tafel laaten aanbieden; maar de Engelſche Gouverneur hadt daar op geäntwoord, dat hy den Heer Hertog voor zyne aanbieding bedankte, en dat hy zich moest vergenoegen met te deelen in het lot van zyn dapper Garnizoen, en maatig zyn, gelyk zylieden.
Met verzekert, dat de Koning van Marocco zyne begeerte getoond heeft, om de Belegering van Gibraltar by te woonen; en dat Zyne Cath. Maj. hem dat vermaak gaarne toegeſtaan heeft; tot erkentenis waar van Zyne Moorſche Majeſteit aan de Belegeraars 3 duizend Osſen geſchonken hadt.
De Prins van Nasſau heeft het bevel bekoomen over een der Vlottende Batteryen, waar mede Gibraltar zal aangetast worden.

ENGELAND.

UITTREKSEL uit de Brieven van LONDON, den 30 July.

Deezen morgen, en niet eerder, is ’er een Expresſe in de Stad gekoomen met de aangenaame tyding, dat de Ariël, Oorlogſloep, van Ierland te Portsmouth was aangekoomen, en dat zy gisteren agtermiddag de Jamaica Vloot gelaaten hadt agter het Eiland Wight; en de Sandwich, van 90 Kan. met een gedeelte van het Convoy waren in ’t gezigt, eer de Expresſe vertrok.
Het Hof heeft bekend gemaakt, dat het zelve tyding ontvangen heeft, dat de Generaal Medows met de Troupen onder zyne Orders, en een gedeelte van ’t Eſcader van Johnſtone, dat naa Indien beſtemd wss, den 6 January te Bombay was aangekoomen: Dat eene ophouding der Vyandlykheden tusſchen de Troupen der Compagnie, en de Mareten geſlooten was, ingevolge waar van de Gouverneur en de Raad 2 Bataillons Sipa[r?]jen hadden afgevaardigd naa Tillichery, het welk ſedert lang door de Troupen van Hyder Aly belegerd was. Dat de Major Abington met hulpe deezer Troupen eenen uitval uit het Fort gedaan, en den Vyand daarin geheel op de vlugt gedreeven hadt; hebbende van hem 500 man gedood, en 1200 gevangen genoomen, onder welken was hun Bevelhebber, Serdar Kan, Schoonbroeder van Hyder Aly; en veröverd 50 Kan. 60 Oliphanten, verſcheiden Paerden, eene menigte Krygsbehoeften, en Koorn; benevens eenig gereed Geld, bedraagende drie Lack Roupies.
Van den anderen kant verzekert men, dat de Depeches, den 24ſten van Bengalen ontvangen, de aan genaamſte niet zyn; de Gouverneur naamelyk meldt aan de Compagnie, dat zyne Troupen zeer gekweld geweest zyn en verminderd door de menigvuldige ſcharmutſelingen, en den zwaaren dienst, in die Provintie; en dat ’er geen ſchyn was van een Vergelyk met de Aſiatiſche Vorsten; maar dat alles des niet tegenſtaande aldaar in volkoomen veiligheid was. Hoe valſch heeft men derhalve voorlange den Vrede met de Maraten verkondigd?
Wat de bovengemelde Brieven ook mogen zeggen, andere Schryvers, en zelfs eenigen van hun, die deeze Brieven aanhaalen, ſlaan ’er of geen geloof aan, of maaken weinig werk van het geen ze behelzen. Want, zeggen zy, indien Sir Hughes in ſtaat geweest was om den Vyand aan te vallen, zoude hy zyne zaak voortgezet hebben na het neemen der Transportſchepen; maar integendeel zwygen der Verhaalen door de Compagnie gemeen gemaakt geheel en al van het volgende gedrag des Admiraals, en zy maaken geen gewag, dat hy toeſtel maakt om de Vyanden aan te tasten, noch zelfs dat hy in Zee gegaan is. De Depeches zyn in alle opzigten zoo ſlegt ſaamenhangende, en zoo weinig voldoende, dat ’er alle reden is om te beſluiten, dat de Franſchen eene ongetwyfelde overmagt hebben, zoo wel in Schepen, als in Troupen, en dat zy in ſtaat zyn de Hollandſche Bezittingen te beſchermen, niet alleen, maar ook de onzen met eene ontzaglyke magt aan te tasten.
Eenige Brieven van Bombay ontvangen, behelzen, dat Sir Eyre Coote aanſtonds na dat de Colonel Braithwaite met zyn Detachement gevangen genoomen was, aan Hyder Aly geſchreeven heeft, om hem voor te ſtellen, de Troepen, die te Negapatnam gevangen gemaakt waren, uit te wisſelen tegen den Colonel Braithwaite en zyn Corps; en dat de dappere Aſiaan hem geantwoord hadt, „Dat Sir Coote de vryheid hadt om te Schelmen, die bloodaarts, die de eere onwaardig waren van uitgewisſeld te worden, te rug te neemen.”
Nog blyven de Courtiers tusſchen Verſailles en London over en weêr gaan, en men denkt, dat het de Vredes Voorwaarden betreft; maar alzoo men onöverkoomelyke zwarigheden ontmoet, zoo acht men deeze zaak nog zeer ver af. Ook arbeiden onze Miniſters aan de middelen om der Oorlog met kragt voort te zetten; en men zegt dat hun oogmerk is, (1) eene Zeemagt vast te ſtellen, die ten allen tyde 50 duizend Zeelieden zal uitleeveren; zy zullen (2) toeleggen om de Onderſtanden voor het toekomende Jaar te ligten; (3) zy zullen Ierland volkomen genoegen trachten te geeven; en (4) verſcheide misbruiken te verbeteren, en een billyke vertegenwoordiging in het Parlement te bewerken; ten einde hun Miniſterie door dat middel te doen uitmunten.
Het Hof heeft gisteren een Boodſchap van den Admiraal Rodney ontvangen, van den 17 Juny; dezelve heeft voornamelyk tot oogmerk, kennis te geeven van ’t vertrek der Franſche en Spaanſche Koopvaardy-Vloot van St. Domingo, die in Europa reeds aangekoomen is. Zy geeft ook bericht van de ſtaat der Vloot, en haare aanſtaande bedryven; maar men ſpreekt geen woord van ’t inneemen van Curacao, zelfs niet van eenige Magt, die daar tegen zoude gezonden zyn; zoo dat alle de geruchten, die deswegens verſpreid zyn, zonder allen grond bevonden worden.
Den zelfden dag heeft men verſtaan, dat de Admiraal Bikkerton met zyn Escader en zyn Convooy naar Indiën beſtemd, den 2 Juny, in goeden ſtaat, te Rio Janeiro, op de Kunst van Brazil, was.

NEDERLANDEN.

’s HAGE den 3 Augustus. De Staaten van Holland en Westvriesland zullen hunne beraadſlaagingen aanſtaanden Woensdag wederom hervatten.
De Heeren Gedeputeerden der Stad Leyden hebben voorleeden Woensdag, zoo men verneemt, in de Vergadering van Holland een zeer breede en nadrukkelyke Memorie ingeleeverd, tendeerende om eene klaare opening van zaaken, omtrent de reden van de Inactiviteit van Hollands Zeemagt, van den Heere Prince Erfſtadhouder te vorderen, met openlegging van de gegeevene Orders en gehouden Correspondentie met de Commandanten der Vlooten en Schepen van Oorlog, en de Admiraliteiten; en dit alles zeer duidelyk en klaar op eene Interrogatoire wyze volgens de Letteren van het A B C. Deeze zeer geroemde ſtap van Vaderlandsliefde werd niet alleen van Schiedam aanſtonds aangenoomen, om ’er mede in te ſtemmen; maar Dordrecht bedankte Leyden zeer plegtiglyk over deeze daad, en zal dat voorbeeld met alle de Stemhebbende Steden, in de aanſtaande Week ter Concluſie brengen, en, zoo men verzekert, zullen ze alle het zelve volgen. Geen wonder, want de noodzaakelykheid brengt het vuur al te naa aan de ſcheenen, en het is klaarblykelyk, dat, indien de Werkeloosheid niet geſtuit wordt, de Engelschgezinden aan de Britten wederom een Jaar uitſtel zullen geeven met den Hollandſchen Oorlog; want de Vereenigde Vloot zal tegen den 15 Augustus het Canaal ontruimen, en dan hebben wy de Engelſche Vloot voor de Wal, en de onze wederom opgeſlooten, als niet magtig genoeg om tegen dezelve te beſtaan.
Men geeft uit, dat by de Staaten van Holland, in ’t vervolg de zelfde regel zal gehouden worden omtent het benoemen van Miniſters aan Buitenlandſche Hoven, die ter hunner repartitie ſtaan, als by de begeeving der Ampten van Drost van Muiden en Gooyland, Kaſtelein van Woerden enz. enz., is in acht genomen; zoo dat de bekende voorſlagen, voor deezen daar omtrent gewoon, geen plaats meer zouden hebben.
Heden loopen hier twee Geruchten: Het eene al ſedert 2 a 3 dagen, en dat is, dat de Schout by nacht van Kruynen en de Capitein Story nog nader zoude ondervraagd worden voor een Raad, omtrent het voorgevallene op de Kusten van Zeeland, de vertooning namelyk van vreemde Schepen, die ſommigen nog ſtaande houden, dat Vyandelyke Schepen geweest zyn. Het andere gerucht is, dat de Hertog van Wolfenbuttel, Veldmarſchalk, den 7 deezer aan Mevrouw do Princes, op haaren Geboortedag een bezoek van felicitatie zoude koomen afleggen. Beide geruchten zyn van dien aart, dat men ze opgeeft voor ’t geen ze zyn, en de bevestiging daar van aan den tyd overlaat.
Wat de aanſtaande ontruiming der vereenigde Vloot uit het Canaal betreft; de Engelſchgezinden laaten niet na om ’er hun Verraderlyk gebruik van te maaken, en agterdocht te willen verwekken tegen onze Vrienden de Franſchen en Spaanſchen; door uit te ſtrooijen, dat dit eene verleiding is, waar door zy ons de Engelſchen alleen op den hals willen ſchuiven; doch hunne listige uitſtrooiſels hebben zoo zeer hun crediet verlooren, dat zy geen den minſten ingang meer vinden. Want het is klaar, en dat begrypt elk, dat die beide Mogendheden hun begonnen Plan niet kunnen opofferen om het verzuim, dat door Engelſchen invloed in deeze Landen plaats heeft; dewyl men hier al lange in ſtaat hadt kunnen zyn, om op zyn eigene beenen te kunnen ſtaan; ja indien men voor den Oorlog de Vaderlandſche Propoſitie hadt aangenoomen, van eene Convenable magt in Zee te brengen, zoude Engeland zich wel gewagt hebben van ons den Oorlog aan te doen.
NB. Uit gebrek van Plaats, kunne wy de toegezondene Stukken niet plaatſen, doch in onze volgende Nommer.

Te Lisbon is gearriveert in 60 dagen door gebrek aan water Jeppe Larſen, van Marſeille na Ostende.
Te Bilboa Jan Sommerſon, van Bergen, laatst van Calais.
Te Marſeille Marcus Smidt, van Amſterdam.
Te Dantzig Hendrik Muſel, van Bourdeaux.
Te Fredrikshall Ole Grieve, van St. Marten, Pieter Pieterſen, van Amſterdam.
Te Liebouw Jan van Gilst, van Amſterdam.
Te Bergen Peter Louwenſtyn, Pieter Erpenkum, Jan J. Moller, Coert Drayer; alle van Vrankryk, Hendrik Rynst, van Dantzig, Hans Peterſen Fasmer, van St. Ubes.
Te Dramme Pieter Herwich, Frerik Lorentſen, beide van Amſterdam, de laatſte lag weder gereed om na London te vertrekken.
Te Pillouw Hendrik Willems, van Stettyn, en lag weder gereed om te vertrekken
Te Dokkum Siewert Olſen, van Koppenhagen na Amſterdam.
Te Hamburg Jacob Brunswich, van London, Hans Peterſon, Hans Christoffel Haberſtroh, beide van Port à Port, Jacob P. Ackerman, van Rouaan, Berend Adriaans, van Duinkerken, Daniel Jacobs, van St. Marcus of Grenada, Michiel Roelofs, van Schotland, Teede Lolling, van Hull, Jens Jenſen Pouelſen, van Bergen, Hans Pieters, van Livorne, laatst van de Wezer, Jurgen Arends, Siebe Siebes, Pieter Dirks, Johan Hayen, Olfert Hendriks, alle van Amſterdam, Obbe Etskes, 3 Visſen 130 Quard., van Straat Davids, Gerrit Janſen, 4 Visſchen 100 Quard. Wiebe Wesfels, 4 Visſen 100 Quard., Booy Jurriaans, 8 Visſen 180 Quard., Klaas Janſe Ney, 6 Visſen 95 Quard., alle van Groenland, Schipper Remt, met 36 Tonnen Nieuwe Haring, van Amſterdam.
Te Embden door lekkage Jan Janſe Ruyſter, van Schotland.
Van Bourdeaux Jacob Kooter, na de West-Indiën.
Te Morlaix zylree Jan Klaasſe Kuyper, na de Bogt.
’t Portugees Schip by Falmouth gebleeven, is genaamd St. Anna, komende van Port à Port en gedestineerd na Guernzey.

ZEE-TYDING.

DINGSDAG den 30 July, in ’t Vlie binnen gekomen.
Hendrik Krans, ’t Slot van Ourik van Riga.
Harmen Ruttger, de St. Anthony — Lymkiel.

De Wind N. West, niets na Zee.

WOENSDAG den 31 July, in ’t Vlie binnen gekomen.
Jan Fokken, de Jonge Fokken — Van Hull.
Jelle Hendriks, de Vrouw Margretha — Koningsbergen
Klaas Jans de Boer, de Vrouw Jaccomina Noorwegen.

De Wind Westelyk, niets na Zee.

AMSTERDAM den 1 Aug., in Texel binnen gekomen.
Simon Schar, la Riviere Genua — van Cadix.
Willem Christiaans, de Eliſabeth — Lisbon.
Cornelis Ouwehand, de Vriendſchap — Ostende.
Pieter Pouelſen, de Maria Margretha dito.
Christiaan Hendriks, de Jonge Noordkoorn Koningsbergen.
Abraham Janſen, de Hoop — Elbing.
Pieter Harmſen, de 3 Gebroeders — Dramme.
Pieter Pieters, de Jonge Tryntje — Lymkiell.
Hendrik Harmens, de Jonkvr. Jentje dito.
Pieter Stippel, de Patriot — Noorwegen.

De Wind Z. West, na Zee.

Lars Krom, Norske Eig na Dramme.
Peter C. Borlund, de Juliana Maria dito.
Christen Thomſen Visſer, de Jochem Koningsbergen.
DONDERDAG den 1 Aug., in ’t Vlie binnen gekomen.
Harmen Geert Doeken, de 3 Compagnons van Lymkiel.
Geert B. Planter, de Maria Sophia — Koningsbergen.
Dirk Klaas Mooy, de 2 Gebroeders — Noorwegen.
Klaas Christiaan Ondſchilt, de Vrouw Magdalena dito.
Siebolt Freriks, de Vrouw Geertruyda dito.

De Wind W. Z. West, niets na Zee.

AMSTERDAM den 2 Aug., in Texel binnen gekomen.
Christorae Duque, de El Carmen en St. Anna van Cadix.
Den 10 July is door Schipper Christorae Duque by Doevres in goede ſtaat gepraaid Schipper Jens Christenſen, en Johannes Bakſen, beide van Amſterdam, de eerstgemelde is na Curacao gedestineerd, en de andere na Surinamen.

De Wind Z. Z. West en Oostelyk, na Zee.

Klaas Teunis, de Anna Maria na Petersburg.
Jan Godlieb Grippert, de Beurs van Koningsbergen Koningsb.
Jan Hendrik Warlits, de St. Michael Riga.
Jacob Jacobs, de Vrouw Anke na de Oostzee.
Huyte Martens Bakker, de Vlugge Faam dito.
Ellef Naskill, de Anna Christina — Noorwegen.
Johan Aroe, de Stad Dramme dito.
VRYDAG den 2 Aug., in ’t Vlie binnen gekomen.
Hendrik Berends, de Juffr. Eliſabeth van Elbing.
Jan Jans Tromp, de Vrouw Margretha dito.

De Wind Zuidelyk, na Zee.

Hendrik Meinardus, de Maria Margretha na Petersburg.
Asmus Hemmiſon Hec, de Prins Fredrik dito.
Jan Onnes, de 2 Gezusters — Windouw.
Berend Dirks, de Nepthunes — Riga.
Amel Jacobs, de Hielke Ages Tromp Dantzig.
Jan Jacobs Balk, de Juffr. Eliſabeth Koningsbergen.
Adam Steffens, de Maria Margretha — Straalzond.
Peter Backman, de Lellian — Stokholm.
Jan Vasmer, de Juffr. Margretha — Hamburg.
Ysbrand Gerrits, de Vrouw Aletta — dito.
Pieter Hanſen, de Juffrouw Catrina — Oostzee.
Jacob Ellerts, de St. Johannes dito.
Abraham Sietſes Bakker, de Eendragt dito.
Myne Bendix, de 3 Juffers na de Oostzee.
Hilrich Ulrichs, de Geeske Christina dito.
Otte Jans Braams, de Jonge Juffr. Margretha dito.
Jochem Pa ruc, de Anna Regina dito.
Jan Dirks, de Maria Thereſia dito.
Jan Christoggel Walles, de Hofning dito.
Jurrian Caspers, Quakenbroek dito.
Dirk Swart, de Jonge Catharina dito.
Siewert Janſen, de 2 Gebroeders dito.
Jochem Henſen, de Fredrika dito.
Pieter Jansz, de Stad Ostende dito.
AMSTERDAM den 3 Aug,, in Texel binnen gekomen.
Henricus Deteur, de Vrouw Agneta van Bourdeaux.

De Wind Z. West, niets na Zee.

De Actien van de O. I. Comp[.] 213. op Aug. W. I. Comp. 26¾. Eng. O. I. Comp. 132½. Eng. Bank 113½ Z. Zee 64 3 Gec. dito 57¼ 4 pCt. Ann. 71¼. Omp. — Comp te lev. 135 Nov. 3¼. 138 dito 2¼. te ontf. 135 Nov. 1¼. 133 dito 1½. Bank 117 Nov. 1¾. 117 dito 1½. 3 pCt. 60 Nov. 1½ 60 Nov. 1¼. Agio van de Bank 415/16 pCt.

Cours der Franſche Effecten te Parys, den 29 July 1782. Contracten van a 2½ pCt. 38 pCt. dito a 4 pCt. 53 pCt. dito van 1777, 62 pCt. Actien van de O. Ind. Comp. 1932½ Liv. Lotery billetten van 1780 997 Liv. Reſcriptions van 5 pCt. 6½ pCt. Recipisſen Edict van January 1782. 100½ pCt. Wisſel op Amſterdam 55¼ a [onleesbaar]. London 321/16 a ⅛ ₰. Hamburg 184½ ₰. Madrid en Cadix — — ₰. Livorno 98.