Pagina:Dioscorides1865Anno2065.djvu/53

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

47

minstens op een plein zoude beginnen, en het verwonderde mij daarom eenigzins, dat dit gebouw midden in het digtst bewoonde gedeelte der stad stond. Welligt echter was het slechts het veerhuis, waar men zijne plaatskaartjes nam. Doch nader komende zag ik, dat het van de overige gebouwen verschilde door een geheel plat dak, en dat daarop een gevaarte rustte, hetwelk wel eenigzins naar een schip scheen te gelijken, doch waarvan ik de omtrekken niet scherp onderscheiden kon, uithoofde van het glazen dak, dat de straat overwelfde.

Baco en phantasia kwamen nagenoeg gelijktijdig met mij aan, en, na wisseling der gewone morgengroete, traden wij binnen, om onze plaatsen te nemen. Daar de prijs der plaatsen verschilde naar het ligchaamsgewigt, moesten wij vooraf gewogen worden. Phantasia betaalde natuurlijk het minst. Daarop begaven wij ons door eene deur in een klein zijvertrek of wachtkamer, waar wij nog eenige andere passagiers vonden. In het midden daarvan was een trap en daarboven in de zoldering een luik te zien. Langs de wanden waren met kussens bekleede zitbanken, als in een spoorwagen eerste klasse. Kort daarna was het als of dit geheele vertrek in beweging geraakte. Ik hoorde een zacht schuifelen langs de wanden, als of iets langs het behangsel gleed. Doch schier