Pagina:Dioscorides1865Anno2065.djvu/69

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

63

de zee wat hol stond, en dat gebeurt nog al eens op onze kust, waagden zich de schippers niet zoo digt onder den wal. Bij den eersten Novemberstorm liep de haven vol zand. Met uitbaggeren zoude men dit wel weer klaren, maar het bleek al spoedig dat men wel aan het uitbaggeren kon blijven. De scheepvaart werd dus niet veel gebaat door dat kanaal. Maar het ergste gebeurde eerst vele jaren later, in het noodlottige jaar 1980. Een springvloed viel zamen met een storm, zoo als er bij menschen-geheugen nog nooit een gewoed had. Sluizen en dijken bezweken daaronder, en Noord-Holland, waarvan het grootste gedeelte van 1 tot 5 ellen onder de gemiddelde oppervlakte der zee lag, liep vol als een kom, die men onder een kraantje houdt. Te Rotterdam werd kort daarna een nieuw tooneelstuk opgevoerd, getiteld: Het paard van Troje.""

»Wel dat is verschrikkelijk, Mijnheer!" kon ik mij niet weêrhouden uit te roepen, in weerwil dat de man die mij deze treurmare mededeelde, er niet veel gevoel van scheen te hebben. Uit zijn laatste gezegde maakte ik op, dat hij waarschijnlijk een Rotterdammer was, maar dit deed mij weder door het teleskoop zien en den blik wenden naar de stad, die ook mijne geboorteplaats was en waar ik mijne allereerste jeugd had doorgebragt. Doch aanvankelijk kon ik mij niet behoorlijk oriente-