Pagina:Dioscorides1865Anno2065.djvu/88

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

82

van Nieuw-Zeeland zoo nabij gekomen, dal ik de bergtoppen en zelfs de digtst bewoonde plekken reeds door het teleskoop onderscheiden kon.

Ons reisgezelschap was weder wakker geworden, en phantasia vroeg mij, of ik met hen in hetzelfde logement te Melbourne mijn intrek nemen wilde.

»»Wij logeren in het Hotel van Oud-Engeland, vervolgde zij, en zullen vooraf ons dinér bestellen.""

Ik antwoordde, zoo als van zelf sprak, dat ik mij niet van een zoo aangenaam reisgezelschap scheiden wilde.

De hofmeester wérd geroepen en ontving bevel, om, zoodra wij boven kaap Maria van Diemen waren gekomen, de noodige seinen te doen, die dan door den telegraaf naar Melbourne zouden worden overgebragt.

Weldra dreven wij boven Nieuw-Zeeland, en ik overtuigde mij, dat baco er niet te veel van had gezegd. Weinige landen ter wereld zijn zoo door de natuur begunstigd. In de groote baaijen en inhammen zagen wij talrijke schepen ligggen, van welker masten de vlaggen van allerlei natiën, ook onze driekleur, wapperden. Steden en dorpen waren over de oppervlakte verbreid, en alles openbaarde eene groote mate van welvaart der bevolking.