Pagina:Een Revolverschot manuscript - Virginie Loveling - Letterenhuis.djvu/1

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

9 Jan 1891 Een Revolverschot. „ Komt, sprak- hij, met hoofschen op zwier tusschen de twee jusfrouwen tredend, en hij bood haar bijna gelijktijdig elk een anmn Oei, wat was het denker op dien boom¬ aan. gaand voor menschen, die uit de klaarte kwa¬ men. zij hadden zoo even het huis van den lijsen over van kroeke verlaten, er was geen maneschijn en men had er net aan ge¬ dacht een knecht met de lantaren mede te zenden tot aan den slag, of ten minste tot buiten aan het hosgat -/ingangshen). Om het even, zi hadden zich goed vermaakt zij hadden nieuwjaarsavond gevierd en leukere wassels gegeten Het was pas els men, is dat toch net te vroeg om reeds naar hun te keeren op zulk een dag Ja 't is waar, en toch zieh ge de beerenmerschen moeten vroeg op staan, daarom gaan zij dok han ame voeg naar bed Dit waren de bemenkingin