Pagina:Een klein heldendicht.djvu/39

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

 IV.

Toen de ochtend stil was als een heilig water,
trad hij de kamer waar de meublen bruin
ware', in, de lucht hel, het stof roerde niet.
Het goud stroomde buiten al door de straten,
en langs de wolken zeer wijd heengestrekt.
Zoo stil als een jonkvrouw de eerste droomen
der liefde waarneemt, duizelde hem om 't hoofd:
De arbeiders beklimmen de ochtendhoogten.

Zacht als een diepe nis leek hem de kamer,
het hoogst in 't huis, uitziende op den hemel,

35