O zachte stem, o gouden vrijheid, hoe
vuldet gij de kamer en maaktet een vlak
waarin al de hoorende harten leefden.
Zooals een fontein spuit, en 't heele bosch
hoort het, ook waar hij niet is, zoo hoorden
zij zijne stem alsof uit eene verte.
„Duitschland was altijd 't land van slavernij
sinds eeuwen. En onder onze gelijken
was er geen vrijheid. Totdat voor een vijftig
jaren gedacht' aan vrijwording begon.
Wat was het tooverstaal, dat in 't bazalt
leven bracht, wat bezield' de doode stof,
wat bracht den vrijheidsdorst in onze monden?
Het werktuig, vrienden. De machine sloeg
vonken in ons los. 'k Heb het zelf beleefd.
Zij bracht de groote massa's samen, zij zette ons
naast, naast, naast elkaar, zij maakte ons broeders,
ons kameraden, ons maten. Zij bracht
onze oogen bij elkaar. Zij bracht de honderd
Pagina:Een klein heldendicht.djvu/53
Uiterlijk
Deze pagina is gevalideerd
49