„En zoo gaat 't overal op heel de wereld
waar 't kapitalisme is. Iederen dag
scheppen de millioenen loonarbeiders
meer dan zij krijgen. Het kapitaal groeit,
het wordt een eeuwig groote gouden berg".
Ze dreven ieder hunne handen door
de draden, grepen hier en grepen daar,
met hun gedachten half en met hun handen
heel in het werk. Het werk schoot op, het werd
grooter, er kwamen meer draden des inslags.
„Wat is nu de drijfkracht van dit alles,"
zoo ging hij voort, „hoe komt het dat altijd
meer komt, waarom gaat 't overschot niet op
of blijft gelijk? Dat moet ik je ook nog zeggen,
opdat je een goeie socialiste wordt.
In de eerste plaats zijn Wij dus de drijfkracht.
Wij maken altijd meer, en zooveel meer
dat elk jaar overblijft, en ieder jaar
wordt gevoegd het surplus bij 't kapitaal.
Pagina:Een klein heldendicht.djvu/97
Uiterlijk
Deze pagina is gevalideerd
93