Naar inhoud springen

Pagina:Eenzame Liedjes (1906).djvu/13

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 

V.

 

DE POPULIEREN.

(voor viool...)
 

 

  
Het ruischt in de avondstond,
Het ruischt in 't zingende verbond
Van mijne lieve donkre populieren —
Ik hoor hun koelen geest
Het winderige avondfeest
Met eene diepe sombre vreugde vieren.

Als in den morgen nauw
Hun stammen rijzen uit den dauw,
Zingen mijn hooge tooverige boomen —
Ik hoor hun kalme klacht
Tot in den stillen sterrennacht
Van al hun zangerige takken stroomen.

Als ik het leven vlied
Met in mijn hart zijn jammerlied,
Luister ik naar hun ritselende blaren —
Tot leed en wrevel vlucht,
En ik met een gelaten zucht
Mij onder hunnen balsem voel bedaren.

Zoo 'k aan hun wortels kniel,
Als 't waait en wankelt door mijn ziel,
Hoor 'k over mij hun rustig vrome koren —