Pagina:Eenzame Liedjes (1906).djvu/23

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


En mijn geest ging al mede aan 't zingen
In dat lied van die waaiende ruimten,
En ik dacht aan zoo heel vele dingen —
Over de menschen — en over Holland —
En over mij.
Zie — als de wind en het zaad en de wolken.
Vleugelt door onze zonnige zinnen
Zooveel wat wij nimmer vertolken —
Daar varen zoovele wijde gedachten
Voorbij ! —