Pagina:Euratom Treaty (Treaty of Rome) Dutch copy.pdf/107

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


2.Wanneer voor de mededeling van een niet-geheime uitvinding, de in artikel 16 gestelde termijnen van drie en achttien maanden, of een van beide, verstreken zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het Verdrag, gaat op dat tijdstip een nieuwe termijn van zes maanden in.

Indien deze termijnen, of een van beide, op dat tijdstip lopen, worden zij met zes maanden verlengd te rekenen van de dag waarop zij normaal zouden verstrijken.

3.Dezelfde bepalingen zijn van toepassing op de mededeling van een geheime uitvinding, overeenkomstig de artikelen 16 en 25, lid 1, met dien verstande dat de nieuwe termijnen of de verlenging van de lopende termijnen in dat geval ingaan op de dag van inwerkingtreding van de in artikel 24 bedoelde beveiligingsverordening.


ARTIKEL 222

Tussen het tijdstip van inwerkingtreding van het Verdrag en het door de Commissie vastgestelde tijdstip waarop het Agentschap in functie treedt, worden de akkoorden en overeenkomsten voor levering van ertsen, grondstoffen of bijzondere splijtstoffen gesloten of verlengd met voorafgaande goedkeuring van de Commissie.

Deze moet haar goedkeuring weigeren voor het sluiten of verlengen van akkoorden en overeenkomsten, die, naar haar oordeel, de toepassing van dit Verdrag in gevaar kunnen brengen. Zij kan met name haar goedkeuring afhankelijk stellen van de opneming in de akkoorden en overeenkomsten van clausules die aan het Agentschap de mogelijkheid geven deel te nemen aan de uitvoering van deze akkoorden en overeenkomsten.


ARTIKEL 223


In afwijking van artikel 60 en ten einde rekening te houden met reeds begonnen studies en werkzaamheden heeft de voorziening van de op de grondgebieden van een Lid-Staat gebouwde reactoren, welke binnen zeven jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag kritisch kunnen worden, gedurende een periode van ten hoogste tien jaar na dezelfde datum voorrang zowel ten aanzien van de ertsen en grondstoffen herkomstig uit de grondgebieden van die Staat als ten aanzien van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen waaromtrent vóór de inwerkingtreding van het Verdrag een bilateraal akkoord is gesloten waarvan aan de Commissie mededeling is gedaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 105.

— 447 —