Hoofdstuk 6
VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN DER BIJ DE GEMEENSCHAP GEVESTIGDE MISSIES
ARTIKEL 16
De Lid-Staat, op wiens grondgebied de zetel van de Gemeenschap is gevestigd, verleent aan de missies der bij de Gemeenschap geaccrediteerde derde Staten de gebruikelijke diplomatieke immuniteiten.
Hoofdstuk 7
ALGEMENE BEPALINGEN
ARTIKEL 17
De voorrechten, immuniteiten en faciliteiten worden aan de ambtenaren en overige personeelsleden van de Gemeenschap uitsluitend in haar belang verleend.
Elke instelling van de Gemeenschap is gehouden de aan een ambtenaar of ander personeelslid verleende immuniteit op te heffen in alle gevallen, waarin zulks naar haar mening niet strijdig is met de belangen van de Gemeenschap.
ARTIKEL 18
Voor de toepassing van dit Protocol handelen de instellingen van de Gemeenschap in overeenstemming met de verantwoordelijke autoriteiten van de betrokken Lid-Staten.
ARTIKEL 19
De artikelen 11 tot en met 14 en 17 zijn van toepassing op de leden van de Commissie.
— 601 —