Pagina:Euratom Treaty (Treaty of Rome) Dutch copy.pdf/19

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Binnen een maand na de kennisgeving staat tegen de beslissingen van de Arbitrage-Commissie voor partijen beroep met schorsende werking open bij het Hof van Justitie. Het onderzoek van het Hof van Justitie kan slechts betrekking hebben op de formele regelmatigheid van de beslissing en op de door de Arbitrage-Commissie aan de bepalingen van dit Verdrag gegeven uitlegging.

De eindbeslissingen van de Arbitrage-Commissie hebben voor de betrokken partijen kracht van gewijsde. Zij zijn uitvoerbaar onder de in artikel 164 gestelde voorwaarden.


ARTIKEL 19


Wanneer, bij gebreke van een minnelijke schikking, de Commissie in een geval als bedoeld in artikel 17 verlening van licenties wenst te verkrijgen, geeft zij daarvan bericht aan de houder van het octrooi, het voorlopig bescherminggevende recht, het gebruiksmodel of de octrooi-aanvrage onder gelijktijdige vermelding van de gegadigde en de omvang van de licentie.


ARTIKEL 20


De houder kan binnen een maand na ontvangst van het in artikel 19 genoemde bericht, aan de Commissie en in voorkomende gevallen aan de gegadigde derde, voorstellen een compromis te sluiten met het doel, zich tot de Arbitrage-Commissie te wenden.

Indien de Commissie of de gegadigde derde weigert een compromis te sluiten, kan de Commissie de Lid-Staat of zijn bevoegde instanties niet verzoeken de licentie te verlenen of te doen verlenen.

Indien de Arbitrage-Commissie, waaraan het geschil krachtens het compromis is voorgelegd, erkent dat het verzoek van de Commissie in overeenstemming is met de bepalingen van artikel 17, doet zij een met redenen omklede uitspraak, die verlening van de licentie aan de gegadigde medebrengt en waarbij de voorwaarden en vergoeding voor deze licentie worden vastgesteld, voor zover partijen daaromtrent niet tot overeenstemming zijn gekomen.


ARTIKEL 21


Wanneer de houder niet voorstelt het geschil aan de Arbitrage-Commissie voor te leggen, kan de Commissie de betrokken Lid-Staat of zijn bevoegde instanties verzoeken de licentie te verlenen of te doen verlenen.

Indien de Lid-Staat of zijn bevoegde instanties, de houder gehoord, van mening zijn dat niet is voldaan aan de in artikel 17 gestelde voorwaarden, geeft de

— 359 —