Deze pagina is proefgelezen
No. 3.Sopraan-solo.
Men heeft u vaak benauwd, van vroege tijden,
Mijn Vaderland ! en steeds uw val gezocht.
Men heeft u vaak benauwd en veel doen lijden,
Doen lijden, maar niet overmocht !
Mijn Vaderland ! en steeds uw val gezocht.
Men heeft u vaak benauwd en veel doen lijden,
Doen lijden, maar niet overmocht !
Men heeft uw rug door ploegers diep geploegd;
Die hebben wreed hun voren lang getogen,
En smart bij smart, tot uw verderf, gevoegd:
God was uw kracht hun wreedheid onvermogen.
Die hebben wreed hun voren lang getogen,
En smart bij smart, tot uw verderf, gevoegd:
God was uw kracht hun wreedheid onvermogen.
Hij telde uw tranen, zag uw bloed,
En nam uw leed ter harte,
Gaf troost en hoop, geduld en moed,
En 't einde van uw smarte.
En nam uw leed ter harte,
Gaf troost en hoop, geduld en moed,
En 't einde van uw smarte.
Uw recht werd niet door hem veracht ;
Zijn oor vernam uw klagen ;
Straks deed hij uit den zwartsten nacht
Den schoonsten morgen dagen.
Zijn oor vernam uw klagen ;
Straks deed hij uit den zwartsten nacht
Den schoonsten morgen dagen.
No. 4.Alt-solo.
Nog is het niet vergeten,
Al brak Gods hand ze stuk,
Het klemmen van de keten,
Het knellen van het juk;
Nog leven er die weten
Hoe bang der vrije ziel
De zweep des drijvers viel,
Al ligt zij lang versmeten!
Al brak Gods hand ze stuk,
Het klemmen van de keten,
Het knellen van het juk;
Nog leven er die weten
Hoe bang der vrije ziel
De zweep des drijvers viel,
Al ligt zij lang versmeten!