Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/105

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

kende, zou reeds, zeggen wij in 1860, hebben kunnen opmerken dat wat Multatuli had gezien en had geleden de noodzakelijke verschijnselen van kapitalistische kolonisatie waren, zoo oud als het kapitalisme en bestemd niet eerder te verdwijnen dan het kapitalisme. Zoodat, wie de grieven van Havelaar wilde verhelpen, zich niet moest wenden tot een fiktief Nederlandsch "volk", en allerminst tot kamerleden, ministers of koningen, die de direkt belanghebbende roovers en aanvoerders van roovers waren, maar tot de klasse van de Nederlandsche natie welke in het moederland vooral niet minder scherp werd verdrukt door de zelfde lieden die de Javanen mishandelden en hielpen mishandelen. Ik bedoel dat deze overgang van het bijzondere tot het algemeene reeds dertig of veertig jaar geleden niet ondenkbaar zou zijn geweest.

Douwes Dekker, echter, was geen kalm waarnemer maar een ijverig medespeler in de komedie dezer wereld. Geen groot wonder dat iemand die zoo hevig het bijzondere had gevoeld, dat hem vrij onverwachts was overvallen; die naar de Oost ging, niet als de kritikus van een ekonomisch wereldstelsel, maar als een idealistisch jonkman, besloten dapper zijn plicht te doen en zoo rechtvaardig mogelijk te zijn in dienst eener regeering die hem en zijns gelijken slechts gebruiken kon als handlangers van afpersing,—geen wonder dat Dekker levenslang bleef onder den indruk van het speciale dat hem toen was wedervaren.

Wij zullen in het vervolg van deze beschouwingen zien dat later, toen de ekonomische ontwikkeling ook bij ons een scheiding tusschen proletariërs en bourgeoisie te weeg had gebracht, het voor Multatuli te laat was geworden zich bij de proletariërs aan te sluiten.—

 

IV

 

Twee oorzaken onderscheide men, die Multatuli hebben belet socialist te worden.

Ten eerste en in het algemeen, dat toen hij optrad de

101