Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/128

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

leven is 'n wedloop naar genot, en die strijd is het leven. Niet daarover mogen wij dus klagen, maar wij behooren ons te verzetten tegen het aanwenden van ongeoorloofde middelen om in dien strijd overwinnaar te zijn."

Men ziet het: een andere voorstelling dan die van een verbeterd kapitalisme, kan ook Multatuli zich niet maken. De kapitalistische konkurrentie verheft hij tot een strijd die het leven is. Dien strijd eerlijk te voeren is het uiterste van een redelijk streven.

Dekker noemt eenige verbeteringen die tot dit doel zouden bijdragen: afschaffing van door de diplomatie in de hand gewerkt beursspel, van andere middelen om kapitaal te winnen "op deloyale wijze", enz. Want er zijn er, zegt hij, die meer nemen van "de genietingsmiddelen" dan "hun deel zou wezen bij billijke repartitie". Een betere verdeeling, dus, van het arbeidsprodukt, meende ook Multatuli dat het doel moest zijn van de hervormingen; ook hierin, wellicht zonder het te weten of te willen, en zelfs letterlijk, de hoofdzaak van het programma van alle hervormingsgezinde leden der bourgeoisie tot het zijne makende.

Wat heeft men nu volgens Multatuli onder een betere verdeeling te verstaan? "Bij 't groot verschil van aanleg, gaven, ontwikkeling, zou absolute gelijkheid juist zeer onbillijk zijn.... Welke maatstaf moeten we nu aanleggen om te weten op welk quantum genot uit den algemeenen voorraad, ieder aanspraak heeft? Ik meen dat dit beoordeeld moet worden naar het deel dat ieder tot het algemeene quantum heeft bijgedragen."

Absolute gelijkheid?—Geloovig of ongeloovig, Havelaar of Droogstoppel, een denker of een dogmatikus: het zijn onderscheidingen die wegvallen als de bourgeoisie, hetzij theoretisch of in de praktijk, zich opwerpt als rechter over het proletariaat. Waar heeft men een volstrekte gelijkheid anders wellicht dan in het stoffelijke verlangd? En, moet "verschil van aanleg, gaven en ontwikkeling" worden uitgedrukt in een overeenkomstige ongelijkheid van stoffelijke bedeeling? Is dan het ideaal van de bourgeoisie om gaven en aanleg te doen strekken

124