Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/131

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

lisme ooit heeft begrepen. De oorzaken van het verschijnsel zijn in het voorgaande onderzocht. Hier volgt uit een aantal andere brieven een verzameling uitspraken van Multatuli over beiden.

Niet van de socialisten, van de anarchisten is Multatuli in Nederland de patroon geweest, en is hij het nog. Een bewijs te meer voor onze stelling, dat de anarchie geen leer is waarin proletariërs op den duur de uitdrukking van hunne wenschen en gevoelens vinden—maar dat zij de voortzetting is van het burgerlijke vrijheidsbegrip. In het algemeen gaat de gezichtskring van het anarchisme de grenzen van de burgerlijke maatschappij niet te buiten. Ieder voor zich, zooals thans, maar dan zonder het staatsgezag, is het anarchistisch ideaal. Hiermede geeft zich het anarchisme te kennen als een burgerlijk stelsel van hervormingsmaatregelen, de afschaffing van "fouten" en "misbruiken" beoogende, voortgekomen uit "het gezag". Anderen zoeken het in den sterken drank, anderen in het privaat grondbezit. Aangezien de regeerende klasse het gezag in handen heeft, is de strijd van de anarchisten, althans in naam, een strijd tegen de bourgeoisie; en dit is weer de oorzaak dat in de praktijk socialisten en anarchisten somtijds samengaan. Maar wijl de anarchisten in het programma van de socialisten voor hen onverstaanbare en stuitende dingen vinden, bestrijden zij ruim zoo dikwijls de socialisten als de bourgeoisie. Dit is dan ook, welbeschouwd, het verzet van Multatuli. Laten wij de ééne reden buiten rekening, de geheele vooringenomenheid door de Havelaarszaak, welke Dekker niet wist te plaatsen in de historie van zijn tijd, dan blijft in zijn afkeer van het socialisme de anarchistische oppositie over. Indien Dekker, niet in een hoekje van Duitschland, maar in Nederland had gewoond, zou hij als anarchist tegen de sociaaldemokratie in naam der vrijheid zich hebben verzet.

De bourgeois ziet in de kapitalistische maatschappij een toppunt der sociale ontwikkeling, zeker niet als een volmaakte samenleving, maar toch als een geheel zooals het samenstel van menschelijke eigenschappen het in

127