Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/137

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

door Multatuli bestreden met dezelfde argumenten later gebruikt door dezelfde personen die haar toen voorstonden, tegen dezelfde agitatie in een latere periode.

"Die verkiezingen? Lood om oud ijzer! Verandering in 't stelsel van kiezen? 't Geeft niets! Misschien zal 't, doch dan ook maar voor korten tijd, baten, door de groepeering der stemmen iets natuurlijker te maken.... 't Is 'n verrotte boel! Er is 'n Cromwell noodig, iemand die 't "Weg met die vodderij!" uitspreekt."[1]

Bij deze zienswijze past de opmerking dat overvloedig schrijven en spreken, in tegenstelling met handelen, het "rechtstreeksch gevolg is van 't parlementair stelsel". Alsof, waar ten bate van de bourgeoisie gehandeld moest worden, zij het hoofdzakelijk door den natuurlijken loop van zaken in het kapitalisme zoo weinig mogelijk te hinderen, het parlementair stelsel geen wonderen van energie heeft verricht. En waarom zouden op hunne beurt de arbeiders niet nadoen wat hun met zooveel succes is voorgedaan? Een Cromwell die tegen de arbeiders 't "Weg met die vodderij!" heeft durven uitspreken, is nog niet gezien. Als eenig parlement met geweld bedwongen is geworden, lag het in de machtsverhoudingen buiten het parlement, niet in het "stelsel". Maar de anarchisten weten slechts met afgetrokken begrippen te rekenen, en het moeielijke, samengestelde wezen van de werkelijkheid, ontgaat hun. Dekker spreekt op deze plaats van Duitsche en Engelsche toestanden—ten bewijze dat het parlementarisme niet helpt. Wij zouden zeggen dat het misverstand bij hem is, en niemand onzer van het enkele invoeren van stemrecht iets verwacht. Komt in een volksvertegenwoordiging de volkszaak niet tot haar recht, dan ligt het aan machtsverhoudingen buiten haar, en niet aan het vertegenwoordigend systeem. Dat de Engelsche proletariërs nog niet, en vroeger nog minder dan nu, van het kiesrecht, zoover ze het bezitten, een behoorlijk gebruik hebben gemaakt, is een fout van de proletariërs en niet van het kiesrecht. Ook


  1. Brief van 22 Aug. van '83; bl. 314/15.
133