Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/168

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

voelige ziel in de brochure van mevrouw Holst werd getroffen, iets anders is dan wij in de brochure te lezen krijgen. "Wij willen ons daarmede echter niet bezighouden," verklaart hij en rekent daarmee de zaak voor afgedaan.

Evenmin heeft de heer Gerritsen het noodig geacht zijn bezwaren tegen een bepaalde plaats van de brochure, waar de schrijfster over prostitutie en vrouwenarbeid handelt, nader te verduidelijken. Hij schrijft:

 
Als staaltje van "argumenteeren" van mevrouw Roland Holst, wil ik ten slotte nog memoreeren dat zij niet de prostitutie toeschrijft aan de lage loonen door vrouwen genoten, maar omgekeerd, "het feit dat de vrouw, behalve haar physieke of intellectueele kracht, nog iets anders verkoopen kan, haar lichaam, en van den prijs daarvan noodzakelijke of luxe behoeften bestrijden, houdt het vrouwenloon in bepaalde beroepen in alle gevallen ver beneden het mannelijke, in sommige beneden het minimum, noodig tot levensonderhoud."
De arbeidsters in fabrieken en werkplaatsen.... zullen zeker vreemd ophooren van deze oorzaken der kleine loonen en vooral de gehuwde arbeidsters, zullen zij zich thans kunnen verzoenen met aparte wettelijke beperking van hun arbeiden en het geringe inkomen daaraan verbonden, nu zij weten waaraan dit laatste mede is toe te schrijven?
 

Arbeidsters—antwoorden wij—gehuwde en ongehuwde, hebben al zoo dikwijls zich uitgesproken voor wettelijke beperking (die alleen soms en als tijdelijk, in ieder geval als een kleiner kwaad voor weinigen, met loonsverlaging gepaard gaat) dat men haar opinie werkelijk niet nóg eens behoeft te vragen. Ook mag men aannemen, meenen we, dat bij haar althans deze oorzaak van lage loonen maar al te zeer bekend is: de mogelijkheid van bijverdiensten door 's avonds de straat op te gaan.... Merkwaardig, intusschen, dat de heer Gerrit-

164