Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/17

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

haar optreden ontbrandde de strijd tusschen Punt en Corver, die beschouwd kan worden als de uitdrukking der twee richtingen[1], die in deze jaren om den voorrang kampten.

De zaak is genoeg bekend, en tegenwoordig is men het er vrij wel over eens dat de methode door Corver voorgestaan het meest overeenkomt met die welke thans vrij algemeen voor de ware wordt gehouden. Toch moet men niet al te laag op Punt en de zijnen neerzien maar in het oog houden dat ook deze richting treffelijke kunstenaars heeft opgeleverd—ook door Corver zeer gewaardeerd.

Innig hangt met dezen strijd samen de omwenteling door de partij van Corver in de kleeding gebracht.

Punt reciteerde; Corver speelde[2]. Punt reciteerde in een rok naar den laatsten smaak; Corver speelde in het kostuum der personen die hij voorstelde.

Natuurlijk dat wij aan den laatste, die tot het opgaan dezer nieuwe richting den eersten stoot gaf, veel danks verschuldigd zijn. Toch geloof ik dat men in onze dagen te veel in het andere uiterste vervalt en dat al ons kunst- en vliegwerk het ontstaan te danken heeft aan gebrek aan beschaving en kunstzin. "De toeschouwers gevoelden en zagen meer bij een voorstelling, dan het tegenwoordig geslacht bij al zijn tooneelwonderen. Het verval van het tooneel en de ontwikkeling van het decoratief en de weelde op de planken staan in nauw verband tot elkander"[3].

Hoewel wij omstreeks het begin van Cornelia Ghybens loopbaan verscheidene talentvolle akteurs en aktrices op den Amsterdamschen schouwburg aantreffen, staat toch het algemeene peil vrij laag. De meesten beschouwden hun edel kunstvak enkel als een middel om hunne inkom-


  1. M.i. zeer juist en onpartijdig door den heer C.W. Wijbrands als volgt uitgedrukt: "De tooneelspelers dier dagen gaven minder acht op juiste voorstelling van het karakter, dan wel op een sierlijke voordracht.... Het Amsterdamsch Tooneel, bl. 177.
  2. In den Hollandschen Tooneelbeschouwer wordt aan de grieven der natuurlijke richting lucht gegeven. Zelf schreef Corver hiervan een groot gedeelte, gelijk ik dit nader hoop te zullen aantoonen.
  3. A.C. Loffelt, "Het Tooneel", 1878, pag. 233.
13