Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/234

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

niet het oogmerk dan toch de uitkomst was, dat de belangen der verbruikers beter werden gediend dan door eenige regeeringszorg. Maar ten slotte heft wederom de konkurrentie zichzelve op. In de plaats van vele kleine monopolies treedt het reuzenmonopolie. De wereld is ééne markt en op de wereldmarkt heerscht het konkurrentielooze kapitaal der produktie. De ontwikkeling van het kapitalistisch stelsel heeft het oudere en kleinere kwaad teniet gedaan. De voortgaande ontwikkeling van het stelsel brengt een nieuw en oneindig grooter kwaad teweeg. De afkeer van het kapitalisme is niet alleen algemeener en sterker, maar ook gerechtvaardigder dan ooit.

Doch niet alleen vrees en afkeer is gewekt in dezen tijd. De overige armoede, in het algemeen een armoede van niet-producenten, of eene die de menschen als verbruikers trof, was, zeiden we, niet de armoede van een maatschappelijke klasse. En enkel diè ellende werkt als een revolutionnaire kracht, die het lot komt te zijn van een deel der bevolking welker plaats in het produktieproces hen aan ellende bloot stelt. Het zijn niet de armen uit de voor-kapitalistische periode die het toenmalige systeem hebben omgewenteld. Het kapitaal zelf heeft de verlossing gebracht, de nieuwe kapitalisten vervingen aan het hoofd der maatschappij alle oude regeerende gezelschappen, met inbegrip van de kooplieden wier plaats zij overnamen. De armen van dien tijd vormden veeleer een reaktionnaire menigte, welke, afgezien van oproeren en aanslagen tegen bijzonder meedoogenlooze woekeraars, hoogstens bescherming kon vragen van eenige regeering. De grieven van konsumenten, van personen over zeer verschillende klassen verdeeld, kunnen kritiek, twijfel en onrust voeden, kunnen een revolutie aankondigen maar haar niet teweeg brengen. Slechts de revolutionnaire klasse vindt behalve grieven en nooden die zij gemeen heeft, in haar positie als klasse de noodige solidariteit van handelen en ook het gemeenschappelijke doel. Alleen de moderne ellende, dus, die de ellende is van het kapitalistisch proletariaat, niet slechts van een produceerende groep,

230