zaken zal dit schijnen dan een verhouding tusschen bevoorrechten en achtergestelden. En wordt door winstbejag, door traagheid of medeplichtigheid bij het toezicht, deze op zich zelf bestaanbare regeling, die ook niet de kiem van innerlijke ontbinding met zich draagt, verkracht, dan kunnen alleen heldhaftige karakters raad en hulp aanbrengen. Dit had Havelaar op Java vergeefs gepoogd, maar Multatuli zou niet rusten voor het begonnen werk was volbracht en zijn belagers te schande gemaakt. Hij was met deze bezigheid nog niet gereed toen het Europeesche socialisme hem riep. En hij gaf het antwoord dat de Javanen in de afdeeling Lebak en elders zeer goed zouden hebben verstaan—: Wie mijn hulp wenscht, moet mijn bevel opvolgen. Maar de Europeesche arbeiders vroegen niet om een gezagvoerder, zij verzochten om een leider. En die plaats, hoe zeer ook hem aangeboden als een der besten, toch als een gelijk anderen en als een uit velen te vervullen, kon Multatuli niet behagen.
Wij weten echter dat zoo niet de leiding, dan toch zeker het voorbeeld van Multatuli in de jonge Nederlandsche arbeidersbeweging machtig heeft gewerkt. Wat in hem voor de praktische politiek mag zijn verloren gegaan, is vele malen vergoed door de bezieling die bij hem is uitgegaan van den held en van den dichter.