Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/364

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

Indien men atheïst moest zijn om socialist te kunnen worden, zou de partij geen andere keus hebben, een anti-godsdienstige propaganda dienen te voeren en geloovige arbeiders moeten overtuigen van de grootere waarde van het godsdienstlooze socialistische ideaal. Echter weet men dat althans het christelijk geloof wel ver van den overgang naar de socialistische beweging te verhinderen, volgens vele belijders van zelfs verschillende richtingen, vrijzinnigen zoowel als orthodoxen, den strijd tegen het kapitalisme veeleer gebiedt.

Dit is niet alleen een praktisch heilzame maar ook een theoretisch volkomen begrijpelijke houding: want het Christendom is naar oorsprong en strekking een zuiver proletarische, kommunistische leer, die altijd beantwoord heeft aan de behoeften van onderdrukte en lijdende groepen van de bevolkingen die haar hadden omhelsd.

Proletarische elementen van de partij te vervreemden die haar langs dezen weg zouden willen naderen, zou met ons verantwoordelijkheidsbesef tegenover de arbeidersklasse niet zijn te vereenigen. Of het kapitalisme overwonnen wordt door geloovige of door ongeloovige proletariërs kan ons voorshands onverschillig zijn. Alles wat men zich voorstelt als een verheldering van gedachten en verbetering van zeden, moet, om volledig te worden, op de omwenteling van het kapitalisme wachten. Zouden wij dan krachtens een program en door middel van de propaganda medestrijders willen verwijderen, wier hulp en vriendschap ons politiek en moreel zoo krachtig zou sterken?

 

Er is nog een reden om dit na te laten. Het machtigste steunsel van het godsdienstig geloof is bij velen het gevoel dat het Opperwezen, zoo Hij niet meer gelijk vroeger wordt vereerd als de regeerder van het menschelijk lotsbestel, en de schepper en bestuurder van het heelal, door middel van het geweten spreekt tot den mensch, die alleen door deze hoogere leiding staande kan blijven tegenover de macht van het kwade in een wereld vol

360