Pagina:Frederik van Eeden-Johannes Viator(1895).djvu/245

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
241
HET BOEK VAN DE LIEFDE.
 

groote reuzenhand, een sterke groote vuist, met vasten greep al mijn wereldsche heil, mijn lieve en lichte dingen, de gekoesterden, maar mij nu ontglipt — wegtrekkende, voor eeuwig wegtrekkend.

En dan Angst alleen maar.

 

 
16