Naar inhoud springen

Pagina:Gezelle, Laatste verzen (1901).pdf/71

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ZONHOEDEN.



Onder hun' hoeden
zoo liggen ze, in ‘t vlas;
boos is de zonne en
zoo heet als een oven
rood is hun aanzichte,
als ongepijnd was...
Boos is de zonne en
ze bakelt erboven.

Schaduwt hun' hoofden,
gij, hoeden van stroo;
strekt u, zoo verre als
gij kunt, op hun' leden;
laat ze, die wieden,
al rusten ze noô,
halen een asemke,
uw' schaduw beneden.