Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/145

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

HIER BEN IK


o GROOTE God,
in 't sterrenheer
herkenbaar uit der maten,
'n wilt, die maar
een mugge en ben,
een zandeken, mij laten!

Het middent al
terug naar U,
't gewordene uit Uw' handen;
en toomend houdt
Gij alles in
't onmijdbare Uwer banden.

Uw eigendom:
is al hetgeen
Gij, dagelijks of zelden,
als leenheere, in
mijn' handen zet;
't is 't Uwe, en 'k wille 't gelden.

U manschap doen,
naar ridders recht
en eere, is mijn betamen,