Deze pagina is proefgelezen
'k Zie ze geren spelen,
'k hoor ze geren, 's noens,
bobbelender kelen,
babbelen bargoensch.
'k hoor ze geren, 's noens,
bobbelender kelen,
babbelen bargoensch.
't Zit entwaar 'en spinne,
't ronkt entwaar 'en bie:
snappen doen ze ze inne,
zonder « een-twee-drie.»
't ronkt entwaar 'en bie:
snappen doen ze ze inne,
zonder « een-twee-drie.»
Hoort ze vijzevazen,
altijd even stout;
reppen, roeren, razen,
weg en weêre , in 't hout!
altijd even stout;
reppen, roeren, razen,
weg en weêre , in 't hout!
« Mij ! » zoo roept er eene,
« mij, die mugge! » — « Dij? »
wederroept Marleene,
« mij, Martijne, mij! »
« mij, die mugge! » — « Dij? »
wederroept Marleene,
« mij, Martijne, mij! »
Twee, die wetten weten,
deelen ' t heltegoed:
eten en vergeten
mensche en meeze moet!
deelen ' t heltegoed:
eten en vergeten
mensche en meeze moet!
0/1/'97.