Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/159

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

TWEE HORSEN


ZE stappen, hun' bellen al klinken,
de vrome twee horsen te gaar;
ze zwoegen, ze zweeten; en blinken
doet 't blonde gelijm van hun haar.

Ze stappen, ze stenen, ze stijven
de stringen; en 't ronde gareel,
het spant op hun 'spannende lijven:
de voerman beweegt ze aan een zeel,

De wagen komt achter. De rossen,
gelaten in 't lastig geluid
der schokkende, bokkende bossen,
gaan, stille en gestadig, vooruit.

Geen zwepe en behoort er te zinken,
geen snoer en genaakt er één haar:
zoo stappen, hun' bellen al klinken,
de vrome twee horsen, te gaâr.

28/1/'97.