Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/171

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

VUISTRECHT


ELLENDIG, al me' leven,
  zonder oost
    of troost:
van iedereen verlaten
  en verraân,
    voortaan,
waar wil ik me gaan loopen,
  om de liên
    te ontvliên,
die, zegezingend, zoeken
  mij dien hals
    onvalsch
te kerven, die de leugen
  hun, te leed.
    verweet?

Ik vare en heb noch vreeze
  voor de dood,
    hoe snood:
maar 'k vreeze, zonder moed en
  zonder hert,
    de smert
te vluchten, en te vallen,
  daar de waan
    blijft staan;