Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/183

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

TERUG


SCHEEF is de poorte, van
  oudheid, geweken;
zaâlrugde 't dak van
    de schure; overal

stroo op de zwepingen
  zit er gesteken;
vodden beveursten het
    huis en den stal.

Boven die vodden zijn
  blommen gesprongen;
onder die vodden zit
    volk en gezin:
blommen van vrede, zoo
  ouden, zoo jongen,
blommen van buiten en
    blommen van bin.

Daar is 't, dat moeder zat;
  daar is 't, dat vader
vond die hem arbeid en
    herte bracht; daar
knielden wij, kinderen,
  handen te gader,
baden wij, kleenen en
    grooten, te gaâr.