Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/211

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
  voorwaar, noch aan te roeren,
zoodanig is de rake omtrent
uw kwaadheid overal bekend,
  en ruchtbaar, bij de boeren.

Men scheldt dat ge, iedereen ontvriend,
tot voedsel van den ezel dient ;
  men schuwt uw' scherpe bladen ;
doch, hij en scheldt onnut u niet,
die 't schoone in al Gods werken ziet,
  en 't goede zoekt te raden.

Men scheldt... of, erger nog, men hoort,
van wetswege, en bij koningswoord,
  gebannen en geboden,
dat 't distelvolk men, een en al,
te zeisene en te spade, zal
  verdoen, en de eerde uit roden.

Bermhertigheid, voor 't schamel wied,
eilaas, dat ge al te ongeren ziet:
  aanschouwt hoe 't, ja, de steenen,
de vuile brokken, daar 't geweld
der steêlie'n meê den buiten kwelt,
  komt zedig groen verleenen.

Aanschouwt, op elken staf, hoe lief
elk distelhoofd zijn' blommen hief,
  geheel of half maar open;
hoe net, van niemand aangeraakt,