Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/256

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

NU OF NOOIT


't VIEL water nu genoeg, of nooit!
  De wolkenschepen dragen
hun lijnwaad al ten toppen uit,
  die hier gewinterd lagen,
den al te langen regentijd:
  vandage gaan zij varen
en vluchten vóór den westerwind,
  die rotelt in de blâren.
't Is nat alom: de zoden zijn
  doordronken; al de paden
zijn modder, moze en vuiligheid
  geworden; overladen
is 't loof, dat op de boomen zit
  en weent; de daken leken,
het stroomt alhier, aldaar; het schuimt,
  het schommelt in de beken,
die spoeiende, om ontlast te zijn,
  door dik en dunne varen,
door weg en aweg, roekeloos,
  alsof het menschen waren,