Deze pagina is proefgelezen
En hoore ik, eer de doorenhage bleust,
en gloeiend hangt vol iepen,
uw' kleene jongskes piepen!
en gloeiend hangt vol iepen,
uw' kleene jongskes piepen!
Dan, wakker, oud- en jongen, in de lucht:
te haast is allenthenen
het blijde jaar verdwenen!
te haast is allenthenen
het blijde jaar verdwenen!
RECHTE NEERWAARTS
Rechte neêrwaards,
ongelenigd,
valt de sneeuw; die,
blij noch blank,
moze maakt en
moze menigt,
straten verre en
uren lang.
ongelenigd,
valt de sneeuw; die,
blij noch blank,
moze maakt en
moze menigt,
straten verre en
uren lang.
Koud is 't, schoon de
dagen langen;
en de bijstere
wolkenlucht
houdt den mensch bij
't vier gevangen,
daar hij schaars de
vlagen vlucht.
dagen langen;
en de bijstere
wolkenlucht
houdt den mensch bij
't vier gevangen,
daar hij schaars de
vlagen vlucht.
Zal 't dan nooit meer,
moegeknezen,
vrij, mijn hert, van
kommer zijn?
moegeknezen,
vrij, mijn hert, van
kommer zijn?