Deze pagina is proefgelezen
ZOMERMAAND
GROENGEMEIDE BOOMEN
Groengemeide boomen, boven
mij, daarin den Heere loven
duizend vogelen, klinkend klaar,
op hun dappere tongensnaar!
mij, daarin den Heere loven
duizend vogelen, klinkend klaar,
op hun dappere tongensnaar!
Wel, wat zijt gij zoet om hooren,
zoet om zien, gij vogelchooren,
die daar wipt en, onvervaard,
woont in 't blijde boomgevaart!
zoet om zien, gij vogelchooren,
die daar wipt en, onvervaard,
woont in 't blijde boomgevaart!
GEKWETST EN MOE GELEDEN
Gekwetst en moe geleden,
zoo kniele ik hier, beneden.
uw heilig Herte, o Heer;
dat, met veel hooger teeken
als menschenoogen reeken,
verbeeldt uw liefde teer.
zoo kniele ik hier, beneden.
uw heilig Herte, o Heer;
dat, met veel hooger teeken
als menschenoogen reeken,
verbeeldt uw liefde teer.