Naar inhoud springen

Pagina:Gezelle, Tijdkrans I en II (5e druk, geen datum).pdf/19

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Zij God den Vader lof en eer,
zij God den Zoon lof, immermeer;
zij God den Heiligen Geest gezeid
lof, eere en dank, in de eeuwigheid!




'T IS DAG


  't Is dag! 'k Ben uitgerust:
het voedzaam vaste slapen
  heeft mij de ziel gewekt
en 't lichaam vrijgeschapen
  van 's arbeids zwaren drang,
  die me op de schouderen lag;
  en wakend heete ik u
  Gods welkom, blijden dag!

  't Is dag! 'k gevoel 't, ik zie 't,
ik hoore 'et, aan het klinken
  der vlugge vogelen, die,
in 't jongste schemerblinken
  der morgenzon, hun lied.
  en de eerste klanken slaan,
  die van 't herwekte dal
  des aardrijks henengaan.

  't Is dag! Ik hoore, ik zie,
met nieuwgeboren stralen,
  de zon heur evenbeeld
mij door de vensteren malen: