Pagina:Grondwet Koninkrijk NL 2018.pdf/34

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd


Additionele artikelen[1]


Artikel I

De artikelen 57a en 129, derde lid, tweede volzin treden eerst na vier jaar of op een bij of krachtens de wet te bepalen eerder tijdstip in werking.


Artikel II

Artikel 54, tweede lid, naar de tekst van 1983 blijft gedurende vijf jaren of een bij of krachtens de wet te bepalen kortere termijn van kracht. Deze termijn kan bij de wet voor ten hoogste vijf jaren worden verlengd.


Artikelen III

(vervallen bij wet van 10 juli 1995, Stb. 404)


Artikel IV

In artikel 1 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.


Artikelen V-VIII

(vervallen bij wet van 10 juli 1995, Stb. 404)


Artikel IX

Artikel 16 is niet van toepassing ten aanzien van feiten, strafbaar gesteld krachtens het Besluit Buitengewoon Strafrecht.


Artikel X

(vervallen bij wet van 10 juli 1995, Stb. 404)


Artikel XI

(vervallen bij Rijkswet van 6 oktober 1999, Stb. 454)


Artikel XII-XVI

(vervallen bij wet van 10 juli 1995, Stb. 404)


Artikel XVII

(vervallen bij wet van 25 februari 1999, Stb. 135)


Artikel XVIII

(vervallen bij wet van 10 juli 1995, Stb. 404)

  1. Indien (gedeelten van) een of meer artikelen van de Grondwet naar de tekst van 1972 danwel 1983 ingevolge een additioneel artikel vooralsnog van kracht blijven, is de tekst hiervan -verkleind- achter het desbetreffende additionele artikel opgenomen.