Pagina:Grondwet Koninkrijk NL 2018.pdf/68

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd


Additionele artikelen


De bij de Grondwet behorende additionele artikelen bevatten, anders dan de Grondwet zelf, bijzondere voorschriften voor een overgangsperiode na een herziening van de Grondwet.

Verreweg de meeste van deze artikelen zijn bij de algehele herziening van de Grondwet in 1983 opgenomen en inmiddels komen te vervallen, aangezien ze zijn uitgewerkt.

Enkele additionele artikelen blijven hun betekenis houden, onder meer omdat de benodigde wetgeving nog niet tot stand is gekomen (de artikelen IX en XIX). Deze artikelen zijn in de voorgaande hoofdstukken aan de orde gekomen bij de grondwetsartikelen waarop zij betrekking hebben.

Additioneel artikel I is opgenomen bij de herziening van de artikelen 57a en 129 van de Grondwet in 2005. De artikelen 57a en 129 van de Grondwet zijn op dezelfde datum (11 oktober 2006) in werking getreden als de wet die deze artikelen nader heeft uitgewerkt (Stb. 2006, 418 en 449).

Additioneel artikel II is opgenomen bij de herziening van artikel 54 van de Grondwet in 2008. De in dit artikel genoemde termijn is geëindigd op 1 december 2008. Op deze datum trad de wet van 25 september 2008 tot wijziging van de Kieswet en enkele andere wetten houdende enkele technische aanpassingen (Stb. 405) in werking.

Additioneel artikel IV is opgenomen bij de herziening van de Grondwet in 2017 waarmee een constitutionele basis voor Caribische openbare lichamen is gegeven en een regeling is getroffen voor een kiescollege voor de Eerste Kamer.