Pagina:Grondwet van Suriname (1992).pdf/36

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

doelmatigheid van de besteding en het beheer van de staatsfinanciën.

Artikel 150 [1]

De voorzitter, de onder-voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden worden op voordracht van De Nationale Assemblée, door de President benoemd voor een periode van vijf jaren.

Artikel 151

Het in artikel 149 bedoelde orgaan zal periodiek, doch ten minste eenmaal per jaar verslag uitbrengen aan De Nationale Assemblée, de Staatsraad en aan de Regering van het door haar uitgeoefend toezicht.

Het verslag wordt openbaar gemaakt.

Artikel 152

Alles wat verder de samenstelling, de organisatie en de bevoegdheden van dit orgaan betreft, wordt nader bij wet geregeld.


HOOFDSTUK XVII
ADVIESRAAD

Artikel 153

De instelling van één of meer adviesraden ten behoeve van de Regering geschiedt bij wet, die tevens regelen inhoudt omtrent hun benoeming, samenstelling, werkwijze en bevoegdheid.


HOOFDSTUK XVIII
FINANCIEEL EN MONETAIR SYSTEEM

Artikel 154 [2]

1. De wet regelt de structuur van het financieel systeem op zodanige wijze, dat door besparing en een juiste bestemming van de nodige financiële middelen, de investeringen in de produktieve sector worden bevorderd.

2. De wet stelt regels omtrent het muntstelsel en de Centrale Bank.

3. De wet stelt regels omtrent het bank- en verzekeringswezen.

4. Voorwaarden voor het aangaan van geldleningen door de Staat worden bij wet geregeld.


HOOFDSTUK XIX
BELASTINGEN

  1. Gew. bij S.B. 1992 no.38.
  2. Gew. bij S.B. 1992 no.38.