tal jaren worden gekozen door de mannelijke ingezetenen der gemeente, tevens Nederlanders of door de wet als Nederlandsche onderdanen erkend [1], die den door de wet te bepalen leeftijd, welke niet beneden drie en twintig jaren mag zijn, heb ben bereikt en door de vrouwelijke ingezetenen der gemeente, die aan gelijke voorwaarden voldoen, indien en voor zoover de wet haar, niet uit hoofde van aan het bezit van maatsehappelijken welstand ontleende redenen, kiesbevoegd verklaart. De verkiezing geschiedt op den grondslag van evenredige vertegenwoordiging. [2]
De laatste zinsnede van het eerste lid, het tweede, derde en vierde lid van artikel 80 zijn van toepassing.
Om lid van den raad te kunnen zijn wordt vereischt, dat men Nederlander of door de wet als Nederlandsch onderdaan erkend en ingezeten der gemeente zij, niet krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakheid van vermogens, de beschikking of het beheer over zijne goederen hebbe verloren, noch van de verkiesbaarheid ontzet zij en den ouderdom van drie en twintig jaren vervuld hebbe.
De verkiezing van den raad heeft plaats op de wijze door de wet te regelen. [2]
De Voorzitter wordt door den Koning, ook buiten de leden van den raad, benoemd en door Hem ontslagen.
144. (140*) Aan den raad wordt de regeling en het bestuur van de huishouding der gemeente overgelaten.