Pagina:Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden (1848).pdf/32

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

Provinciale Staten moet mededeelen, is art. 133 van toepassing.

141. De besluiten der gemeentebesturen, rakende de beschikking over gemeente-eigendom en zoodanige andere burgerlijke regtshandelingen welke de wet aanwijst, alsmede de begrootingen van inkomsten en uitgaven, worden aan de goedkeuring der Provinciale Staten onderworpen.

142. Het besluit van een gemeentebestuur tot het invoeren, wijzigen of afschaffen eener plaatselijke belasting, wordt voorgedragen aan de Staten zijner provincie, die daarvan verslag doen aan den Koning, zonder wiens goedkeuring daaraan geen gevolg mag worden gegeven.

De wet geeft algemeene regels ten aanzien der plaatselijke belastingen.

Zij mogen den doorvoer, en den uitvoer naar en invoer uit andere gemeenten niet belemmeren.

143. De wet regelt ook het opmaken der begrootingen en het opnemen en sluiten der plaatselijke rekeningen.

144. De gemelde besturen kunnen de belangen van hunne gemeenten en van hare ingezetenen voorstaan bij den Koning, bij de Staten-Generaal en bij de Staten der provincie waartoe zij behooren.


VIJFDE HOOFDSTUK.

Van de Justitie.


EERSTE AFDEELING.
Algemeene beschikkingen.


145. Er wordt alom in de Nederlanden regt gesproken in naam des Konings.