Pagina:Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden (1848).pdf/43

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

ling van personen tot openbare betrekkingen zijn afgeschaft.

De opheffing der overige heerlijke regten en de schade loosstelling der eigenaren kunnen door de wet worden vastgesteld en geregeld.

5. De voorstellen :

1°. der wet regelende het kiesregt en de benoeming van afgevaardigden ter Eerste en Tweede Kamer,
2°. van provinciale en gemeente-wet,

worden voorgedragen in de eerste zitting der Staten-Generaal, volgende op de afkondiging der veranderingen in de Grondwet. De ontwerpen van wet, betreffende de verantwoordelijkheid der ministers, de nieuwe onderwijs en armbestuur, van vereeniging diezelfde egterlijke inrigting, het en tot uitoefening van het regt en vergadering, worden zoo mogelijk in zitting, en in allen geval niet later dan in de daarop volgende, voorgesteld. De wetten op het beleid der regering in de kolonien en bezittingen van het Rijk in andere werelddeelen worden binnen drie jaren na de afkondiging dezer veranderingen in de Grondwet voorgedragen.

6. De eerste aftreding van een derde der leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal zal plaats hebben met den derden Maandag in September 1851 ; die van de helft der leden van de Tweede Kamer met den derden Maandag in September 1850 ; beide volgens een rooster, te regelen door de wet, in art. 5, n°. I vermeld.

7 bevat het voorloopig kiesreglement.


VOORLOOPIG KIESREGLEMENT.

ARTIKEL I.

Na de afkondiging der veranderingen in de Grondwet