Pagina:Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023.pdf/25

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd


Hoofdstuk 5
Wetgeving en bestuur


§. 1 Wetten en andere voorschriften


Artikel 81

De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk.


Artikel 82

1. Voorstellen van wet kunnen worden ingediend door of vanwege de Koning en door de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

2. Voorstellen van wet waarvoor behandeling door de Staten-Generaal in verenigde vergadering is voor­ geschreven, kunnen worden ingediend door of vanwege de Koning en, voor zover de betreffende artikelen van hoofdstuk 2 dit toelaten, door de verenigde vergadering.

3. Voorstellen van wet, in te dienen door de Tweede Kamer onderscheidenlijk de verenigde vergadering, worden bij haar door een of meer leden aanhangig gemaakt.


Artikel 83 Voorstellen van wet, ingediend door of vanwege de Koning, worden gezonden aan de Tweede Kamer of, indien daarvoor behandeling door de Staten-Generaal in verenigde vergadering is voorgeschreven, aan deze vergadering.


Artikel 84

1. Zolang een voorstel van wet, ingediend door of vanwege de Koning, niet door de Tweede Kamer onder­scheidenlijk de verenigde vergadering is aangenomen, kan het door haar, op voorstel van een of meer leden, en vanwege de regering worden gewijzigd.

2. Zolang de Tweede Kamer onderscheidenlijk de verenigde vergadering een door haar in te dienen voorstel van wet niet heeft aangenomen, kan het door haar, op voorstel van een of meer leden, en door het lid of de leden door wie het aanhangig is gemaakt, worden gewijzigd.


Artikel 85

Zodra de Tweede Kamer een voorstel van wet heeft aangenomen of tot indiening van een voorstel heeft besloten, zendt zij het aan de Eerste Kamer, die het voorstel overweegt zoals het door de Tweede Kamer aan haar is gezonden. De Tweede Kamer kan een of meer van haar leden opdragen een door haar ingediend voorstel in de Eerste Kamer te verdedigen. Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023 | 25