Pagina:Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023.pdf/31

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd


Artikel 118

1. De leden van de Hoge Raad der Nederlanden worden benoemd uit een voordracht van drie personen, opgemaakt door de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

2. De Hoge Raad is in de gevallen en binnen de grenzen bij de wet bepaald, belast met de cassatie van rechterlijke uitspraken wegens schending van het recht.

3. Bij de wet kunnen aan de Hoge Raad ook andere taken worden opgedragen.


Artikel 119

De leden van de Staten-Generaal, de ministers en de staatssecretarissen staan wegens ambtsmisdrijven in die betrekkingen gepleegd, ook na hun aftreden terecht voor de Hoge Raad. De opdracht tot vervolging wordt gegeven bij koninklijk besluit of bij een besluit van de Tweede Kamer.


Artikel 120

De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen.

Artikel 121

Met uitzondering van de gevallen bij de wet bepaald vinden de terechtzittingen in het openbaar plaats en houden de vonnissen de gronden in waarop zij rusten. De uitspraak geschiedt in het openbaar.

Artikel 122

1. Gratie wordt verleend bij koninklijk besluit na advies van een bij de wet aangewezen gerecht en met inachtneming van bij of krachtens de wet te stellen voorschriften.

2. Amnestie wordt bij of krachtens de wet verleend. Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023 | 31