Pagina:Groot volkomen moolenboek.pdf/40

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

NAAUWKEURIG ONTWERP
VAN
ALLERHANDE SOORTEN
VAN
MOOLENS‚
EN VAN DE
SLUYS
OP HALFWEGEN HAARLEM.

N°. 1.

Naauwkeurig Onderregt in Wat order een Zes-of Agtkant Moolen van de Grondt tot zyn volkomene ſtaat getimmert en in malkander geſlooten moet worden.

Als men een Moolen zal timmeren‚ is het noodzakelyk dat men de grootte van de Gront, welke daar toe vereyſt werdt‚ bepaalt, wanneer men gaat tot de Verdeling der Tafelmenten, welke met Stippels‚ namentlyk de onderſte‚ middelſte en bovenſte, op deze plaat aangewezen werden‚ daar op twee wyzen de Bint en Velt-mallen de manier hoe die gemaakt werden. Op het eene ent met een Winkel-haak, en het andere ent met het trekken van het Kruys, zonder Winkel-haak: als men een acht- of zeskant Moolen zal timmeren, ſtelt men in het midden van het achtkant, of daar men het zelve wil toeleggen, een yzere Koning, met een Centrum-ſtok daar aan: de eene kant van de Centrum-ſtok, moet regt op het middelpunt van de Koning aanſtrooken, en bepaalt de grootte van het achtkant, en werkt het onder-achtkant, of Tafelment, met overhoekſe Swaluwe-ſtaarten in malkander: men draagt zorg dat het water-pas legt, en men ſchryft net, waar de ſteylen moeten ſtaan, wanneer het toeleggen van het midden en boven Tafelment makkelyker zal vallen, als dat men eerſt het boven Tafelment toeley. Deze manier is goed bevonden, de Tafelmenten in malkander gewerkt zynde‚ werdt het achtkant daar op gezet, en het Kruys op yder hoek‚ daar het Kruys van de ſteyl ſtaan moet: tuſſchen ieder ſteyl zet men het midden op het Tafelment; uyt deze drie achtkanten maakt men de Moolen. Als men de Bint en Velt-mallen maakt moet men aan de eene kant regt ſtryken, de Bint-mallen de regte kant na binnen leggen, en de Velt- mallen de regte kant na buyten‚ met de buytenkant van het Tafelment gelyk, de regte kant moeten aanweêr ende even ſchoon uyt het Kruys leggen, men legt deze kant in het toeleggen van een Bint of Velt boven om van Scheelte daarover te zien, de kanten van de Mallen, die boven leggen, moeten tegen de borſt van de Steylen aan komen, en onder klampen opgelegt werden voor het ſcheuren als men de Mallen aan de Steylen wigt om toe te leggen. Op de hoek van deze Plaat is op twee manieren aangetoont, hoe men de Mal maakt van de voeting van de Steylen van het bovenſte achtkant, het welk hier toegelegt werdt. Voor eerſt moet men weten, dat het achtkant het fondament is‚ en dierhalven alles uyt het zelve voort moet komen. Men neemt dan de maat uyt het middelpunt of Centrum van het achtkant tot het Kruys van de Steylen dat op het boven Tafelment geſchreven ſtaat, het welk 8½ voet‚ en op het midden Tafelment 12 voet is, men ſlaat dan een rechte lyn-ſlag, en men legt onder en boven een Winkelhaak tegen de Lyn aan, dan ſteekt men boven 8½ voet in den haak uyt.de rechte Lyn, en onder 12 voet, maar men moet een ent van een lat of veer hebben, het welk zo lang moet zyn als men de Steyl hebben wil, dat hier 32 voeten is, dan moeten de Winkelhaaks-ſchreeven zo ver van elkander ſtaan, dat men op de ſchuyne ſchreeF 32 voeten opſteekt, ook kan de regte ſchreef vermindert worden, als men onder en boven even veel voeten uyt de regte ſchreef, daar de Winkelhaaken aan leggen, ſteekt, en onder en boven het getal behout, men neemt dan een ent van een Zaagdeel van 6 a 7 voeten lang, ſtrykt een kant regt, die regte kant werdt na de ſchuyne ſchreef gelegt, ſchuyft deze plank van onderen na boven na de Winkelhaaks-ſchreeven, en ſchryftſe daar na net af, dit is de rechte wiskunſt van de Voeting der Steylen,

Hoe men de Steylen moet pennen, en de Binten toeleggen.

Eerſtelyk maakt men de Steylen klaar, onder en boven op zyn zwaarte of dikte in den haak, zet het midden op de Steylen net in het Kruys, en ſchryft dat aan beyde de enden van ſcheelte na malkanderen met lange ryen op; dan neemt men een Lat, die zo lang is als de Steylcn tuſſchen de Borſten zyn, legt alle de Steylen op zy, en men leyt de Lat op de midden, en zet onder en boven een ſteek, dat is de langte, dan neemt men de Mal van de Voeting van de Steylen, legt die met de regte kant na de midden, en met de ruyge kant dat na binnen in de Moolen komt, verders ſchuyft men de Mal van het onderendt na boven, na de Stekjens met een Rey tegens de Mal, om zo de Voeting aan de Steylen te ſchryven, dan kant men alle de Steylen, om de Kant booven die na binnen moeten ſtaan, en men legt een Winkel-haak na de midden van de Steylen, gelyk hier getoont werdt met een Rey daar tegens, zo ſchryft men al de Steylen na de midden in den haak over, en verders met twee lange Reyen de Borſten van ſcheelte overgelſchreeven, de Pennen van de Steylen moet men na de Borſt in den Haak ſnuyten, of na de Voeting en de Pennen uyt de midden geſchreven, gelyk hier wel duydclyk aangewezen werdt.

Als men een Bint zal toeleggen om te timmeren, neemt men de Lat van de langte der Steylen, men ſchryft daar de hoogte van de bovenkant van de Balken op van de looze en vaſte Binten, de looze zyn de bovenſte en de vaſte de onderſte Binten‚ gelyk men hier een Steyl aantoont by het Bint met de enden van de looze Balken daar in, en de vaſte daar in geſtippelt, met ſtippels aangeweezen hoe diep de Balken in het legeren gekeept moeten werden. Dat men de Binten looze en vaſte Binten noemt, is, om dat de twee vaſte Binten ter plaatſe, daar men de Moolen wilde zetten, ten eerſten vaſt in malkanderen