Pagina:Groot volkomen moolenboek.pdf/42

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

kander, het welk men hier aanwyſt, dan draayt men den Overring die kant na de Schalk daar het Windt-Peuluw moet leggen, en legt de Voeghouten. Yzer-Balk‚ en Pen-balk daar op, als mede de Achter-Balk, de lange Spruyt, het Windt-Peuluw, den As, dan de Roeden, verders de Kapſpanten Reegels en daar toe behoorende.

Op deze Plaat wyſt men ook aan, hoe men de Blokken moet maaken die men in het rigten van een Moolen nodig heeft, als een Roe-blok van 3 Schyven, een Leyblok met een Schyf, een Bint- of As-blok van 4 Schyven op haar kant en plat, daar boven een Schyf op zyn plat met een metaale Bos, op zyn kant en plat, een Kaap-ſpant van boven te zien, daar nevens een zy in den Opſtal met de Spil daar in geſtippelt, verders de ſtukken en de bewerkzaamheydt na zyn eys, verders de boven Tafelment met de Vloer daar op genagelt, en de Kuyp daarom geſtippelt, daar nevens een Tafelment-ſtuk op zyn kant en plat, een Rolring-ſtuk op zyn kant en plat, met de Gaten daar de Rollen in moeten draayen en de yzers daar aan, hoe de zelve aan malkander geſlooten werden met Bouten daar door, aan de andere zyde leggen twee Vloerſtukken op zyn plat en kant, daar nevens twee Overring-ſtukken op zyn plat en kant, en de bewerking hoe de zelve in malkander geſlooten moeten werden, daar nevens twee Kuyp-ſtukken op zyn kant en plat, en hoe de zelve met laſſen aan malkander zyn gewerkt, de welke met ſpykers wel voorzien moeten werden, met twee yzere Plaaten over ieder Las. Hier legt ook het Boven-wiel van boven te zien, op zyn plat, met de Vang daar om geſtippelt en de Kam-Gaten daar in, ook twee Kruys-Armen, en twee Plooyen op haar kant en plat, als mede hoe de zelve in malkander moeten gewerkt werden, met Keep-Tanden. Voorloeven, en bedekte Swaluwe-ſtaarten; men toont ook op een ent van de Kruys-Arm hoe diep de Plooyen daar op moeten zinken, en de Boven-velling daar op, en de Achter-velling daar tegens aan, als mede de Mal van de Kammen op twee zyden aangewezen, hoe de zelve gemaakt werden, daar by legt een Bonkelaar van booven te zien, met de Kam-Gaten daar in, hier van een Maan-ſtuk uytgeleyt op zyn kant en plat, met de Gaten daar in, hier nevens de Kalven met de Pennen daar aan, en een Kam door het ent van het Bonkelaar, als mede de Mal van de Kammen aan twee zyden hoe de zelve gemaakt werden, verders kan alles ſtiptelyk na de maat gevolgt werden.

N°. 3.

Beſchryving van een Moolen op driederhande Wyzen in haar Opſtallen vertoont.

Eerſtelyk toont men in de grondt de Moolen van boven te zien, van het bovenſte Tatelment tot het onderſte, de Balken en Steylen, daar naaſtt twee Tafelment-ſtukken omgekant met de Keepen om hoog zo als de zelve in malkander gewerkt moeten werden, de manier om het zelve te doen met Stippels aangeweezen, de grondt legt een weynig gedraayt om alle de Steylen in den Opſtal beeter te kunnen zien. Daarom is den Opſtal gelyk de grondt, wyl men uyt de grondt den Opſtal moet ophaalen.

In den Opſtal in geraamt ziet men het onderſte Agt-kant alle de Steylen, Balken en Krombeels daar in geſlooten, hier op het middelſte Tafelment, en daar op het bovenſte Agtkant met alle de Balken en Krombeels daarin geſlooten, het booven Tafelment is met 16 Krambouten van 1¼ duym door het Tafelment aan de Steylen vaſt geſlooten, daar op de Kuyp, welke ook met 18 duyms Bouten door de Vloer vaſt geſlooten moet werden, en over de Laſſen yzere Plaaten, hier op leggen de Voeghouten met het Windt-Peuluw, de lange en korte Spruyt-Balk, als meede den As in het Kruys gedraayt.

Onder in het midden van deze Plaat legt de Kap van boven te zien, daar men den Overring onder de Voeghouten met de Kuyp daar om, en in de Voeghouten aan eyder zy 9 Rooſter-houten in gewerkt ziet, als mede het Windt-Peuluw, Steunder en Steunder-Balk, de lange Spruyt in het midden‚ en de Pen-balk met de Stoel daar op, de achter of korte Spruyt-balk met de Staart en Schooren daar aan, ook hier nevens een Voeghout met zyn Keep, en aan de enden met Swaluwe-ſtaarten. Hier boven ſtaat de Moolen in zyn Opſtal in het Kruys met de Kap, het boven agt-kant met Riet bedekt, en het onderſte met 1½ duyms deelen die twee duym over malkander leggen gedekt.

Onder ter regter handt legt de halve grond van de Swigt-ſtelling daar om, en den Opſtal daar boven vertoont zig doorgeſneden, in de grondt vertoonen zig de onderſte laagen Balken‚ daar op de middel Tafelmenten, en daar op met Stippels aangewezen waar de Steylen van het boven Agtkant moeten ſtaan, hier om ziet men de Leggers van de Swigt-ſtelling met een Raam daar onder. In de doorgeſneden Opſtal ziet men het Agtkant met zyn Steylen, Balken, Kruyſſen en Krombeels‚ de Swigt-ſtelling daar om, en de Schooren daar onder, het boven Agtkant met zyn Steylen, Balken, Krombeels, de Kruyſſen, Regels, de Kap met zyn As en een Roe daarin, met de Staart en Schooren daar aen, het Wind-Aas door de Staart, ook ziet men het Agtkant op de Steylen opgeſchegt om het fitzoen of beloop van de Zeeg te krygen in het dekken, men heeft in dit en het eerſte deel verſcheide Moolens met kromme Steylen vertoont, welke van groot nut zyn, om dat het groote ruymte in de Moolen geeft, men kon ze ook met Schalyen beter dekken als de Moolens met rechte Steylen.

N°. 4.

Beſchryving van een Agtkant Moolen, ſtaande te Amſterdam, waar in Snaphanen geboord werden.

Eerſtelyk ziet men de grondt op zyn plat met de Balken daar in, van de onderſte Vloer, de Muur-plaaten daar in gewerkt met Swaaluwe-ſtaarten 2½ duym diep, (zo als men in den Opſtal ziet‚) de Gaten zyn hier op met Stippels aangewezen daar de Steylen van het Vierkant-ſtaan moeten, en onder ieder Steyl een Penant. Verders toont men op dezen grondt de boven Balken van het Vierkant, behalven een om het gaande werk niet te verduyſteren, op de Balken ziet men de booven Plaaten van het Vierkant met Swaaluwe-ſtaarten 2½ duym diep gezonken, aangetoont met Stippels op de vier hoeken van ’t Vierkant in den Opſtal te zien, op de Balken van het Vierkant zyn gewerkt 4 Tafelment-ſtukken met de Plaaten van het Vierkant gelyk, en blyven aan de Balken zo veel hooger‚ datſe met de Plaat gelyk Water-pas zyn, hier op toont men de Gaten, en geſtippelt waar de Steylen van het Agtkant ſtaan moeten, uytgenoomen twee om het Binnenwerk niet te verduyſteren, op de onderſte Balken is het gaande werk in order op zyn plaats als het zyn bewerking doen moet, namentlyk het groot Bonkelradt hangende onder om de groote Spil, draayende in een yzere Pot, onder het Bonkelaar ziet men een Schyfloop met een yzere Spil daar door‚ welke Spil 4 duym zwaar is, en loopt op drie metaale Neuten, daar men de houte Boſſen om ziet, is de Spil plat vierkant, aan deze Spil zyn twee kleyne Bonkelaars, welke in de vier kleyne Schyfloopjes werken (in de grondt duydelyk te zien) door yder Schyfloop is een yzere Spil, en aan de enden een gedraayt halsje, loopende in metaale Neuten, aan de enden van de Spilletjes, die na de Stoel komen, is een Gat, daar men de Boor in ziet ſteeken, de Stoel daar de loopen in geboordt werden, met de loopen, en hoe de Booren daar in geſtooken werden van boven te zien, over eyder Boor ziet men een Kram kort by de Schyfloopjes, daar de loopen tegens aan ſluyten, als die door geboord zyn om met een de Booren in balans te houden, aan de andere zyden in de grondt vertoont zig nog een Shyfloop , (onder het Bonkelaar) daar door een yzere Spil van vier duym dik‚ Welke door de Slypſteen komt, daar de loopen op geſleepen werden, de manier daar van in den Opſtal te zien. Aan weerkanten van de grondt legt een Bindt, een buyten en een binnen Bindt, benevens de Glaazen in het buyten Bindt, om dat men aan die kant veel ligt nodig heeft, verders een driekante Stoel, welke onder om de Spil komt te ſtaan met de metaale Neuten daar in, op zy van boven te zien, daar de Spillen in moeten draayen.

Befchryving van den doorgeſneden Opſtal van de Loop-Moolen.

Eerſtelyk ziet men de opgemetzelde Muur en Penanten met de onderſte Balken daar in geſtippelt, en de Muurplaat daar op, in den Opſtal vertoont zig het gaande werk, en den Man bezig om een Loop te ſlypen, het Vier en Agtkant de lange Spil daar onder, en boven een yzere kroon moet aan gewerkt werden‚ de Steylen, Balken, Krombeels, Kruyſſen, Regels, en Swigtſtelling, benevens de yzers op yder hoek, werdende met ¾ duyms Bouten geſlooten door de Raamen, verders de Staart met de Schooren, het Wind-Aas door de Staart, boven de Vang-Balk geſtippelt, de toel en Sabel-yzers‚ het boven Tafelment, de Vloer, Kuyp, Rolring, Rollen, Overring, Voeghouten, Wint-Peuluw, lange Spruyt-Balk‚ yzer Balk, Pen-Balk, korte