Pagina:Harting, Het eiland Urk (1853).pdf/19

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

==

de haven, waarvan de oppervlakte 67 TJ roeden en 50 DT el- len is, zoodat dan de geheele oppervlakte 80 banders 73 roeden en 12 DJ ellen beloopt.

Aileen met uitzondering van de op de kaart aangewezen puù- ten, namelijk aan de Zuidzijde nabij de haven en langs een ge- deelte der Oostkust „is het geheele eiland door paalwerk en eene steenen glooijing omgeven, ten einde het tegen het geweld der golven te beschermen.

Het bestaat uit twee verschillende gedeelten, waarvan het eene of kleinere, het zuidwestelijk deel uitmakend (op de kaart door wit nangeduid} zich hoog boven de zee verheft, terwijl het andere of grootere (op de kaart licht geharceerd} daarente- gen zeer vlak en laag is,

Het hoog liggend gedeelte maakt ongeveer cen vijfde van het geheel uit, De Westkust is het hoogst, er vaa daar daalt de bodem met eene zachte helling noordoostelijk naar het lager liggend gedeelte, en zuidoostelijk naar de havenzijde, Tet hoog- ste punt («) der westkust ligt juist achter de Kerk ap niet meer dan 45 ellen van de zee verwijderd. De hoogte van dit punt boven A. P, bedraagt 0,2 ellen. Bij den vnurtoren (v) op de zuid- westpunt, 150 ellen van a af gelegen, is die hoogte 7,7 ellen. Aan de zee- of westzijde loopt de bodem langs dit geheele gedeelte der kust aanvankelijk met eene zeer steile helling af, vervol- gens zachter glooïjend tot aan het paalwerk, en zoo onder de steenen glooijing door naar de zee,

usschen het havenhoofd en de punt, waarop de vuurtoren staat, is een drichockig stuk gronds (B) gelegen, Dit behoort oorspronkelijk niet tot dit hoog liggend gedeelte, maar heeft zich eerst in de laafste jaren gevormd, sedert den eersten aan- jeg der heven in hiet jaer 1819, wit het daar aangespoelde zeezand,

let laag \iggende galeelte des cilnnds, ongeveer vier vijfile