Pagina:Harting, Het eiland Urk (1853).pdf/83

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

=O

Hijke en 675 tot het vrouwelijke geslacht behoorden, en dus tot elkander in verhouding stonden als 100 :94,3, Gestorven zijn 720 personen, zoodat het getal der geborenen dat der gestorvenen met 671 overtreft, en men due mag aannemen, dat in dienzelf. den tijd 54 personen het eiland verlaten hebben, en elders ge- storven zijn. :

Het getal der huwelijken, in hetzelfde tijdvak voltrokken , bedraagt 270, hetgeen tot het cijfer der geboorten staat als 1:5,15. Of er onder die gebaorten ook onechte voorkomen , ia mij niet berigt, doch wel, dat geen der huwelijken geregtelijk is gescheiden.

Uit een en ander blijkt, dat de bevolking op Urk buitenge- woon snel toeneemt en dat die toeneming vooral in den leutsten tijd zeer versneld is, gelijk blijkt uit het volgende overzigt.

Van 1638 tot 1750 of in 112 jaren van 1; 2,6. 5 150 on MABO seen BÔ oe os Feld „ 1789 „ 1825 „… 3 „ » 1:14. „ 1825 „ 3952 „» 27 u u 1517,

Sedert de invoering der registers van den burgerlijken stand ia de kevolking verdubbeld, terwijl zij van 1638 tot 1852 of in 214 jaren achtmaal grooter is geworden. Waarschijnlijk zullen er zeer weinige plaatsen in ans vaderland zijn, welke in dit op- zigt met Urk kunnen wedijveren,

Ongelnkkiglijk zijn de middelen van bestaan niet in gelijke mate toegenomen. Het bijna eenige bestaansmiddel is de visch= vangst op de Noord« en Zuiderzee. In 1750 bezigden de Urkers 46 vischschuiten, terwijl zij hovendien nog 2 koffen bezaten. Tegenwoordig bedraagt dit getal wel is waar 125 vaartuigen, wier gezamenlijke tonnemant ongeveer 3409 tonnen is, doch, terwijl de bevolking in dien tijd toegenomen ts van 1:3,2, is het getal viaschersvaartuigen slechts vermeerderd in de verhou- disg van 1:2:7, terwijl het mij niet gebleken is, dat hun ger