Pagina:Harting, Het eiland Urk (1853).pdf/85

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

lj en

bestaat nit 85 ruuderen, 18 kalveren en 4 paarden. Deze run- deren worden vooral om de melk gehouden. Vleesch wordt er door de eilanders slechts zeer weinig gegeten; ook is er geen enkele vleeschhouwer, doch tiem bakkars, terwijl zoowel het rogge- als tarwebrood zeer goed en smakelijk zijn. Brood, rard eppelen en visch maken dan ook de hoofdvoedsels der bevol- king uit, Moesgroenten worden er schier niet gegeten; het weinige dat daarvan gebruikt srordt, wordt van Enkhuizen aan- gevoerd.

De kleeding der mannen bestaat uit een zeer wijd wambuis van blaauw karsaaì en een zwarte broek van dezelfde stof, waarop van voren twee groote zilveren gebeeldhouwde knoopen of zilveren muntstukken prijken. Zij dragen zwarte wollen kou- sen en lage schoenen , blaauwe wollen ronde mutsen op het hoofd, en een roode puntdoek om den hals.

De kleeding der vrouwen, rok en borstrok, js van dezelfde stof vervaardigd. Zij dragen een zwatt keurslijf met eenen zoo- genaamden kroplap en eenen raaden doek om den hals, terwijl twee zilveren spelden met groote knoppen iu het haar zijn ge- stoken, doch zonder oorijzers.

De gezondheidstoestand der eilanders is over het algemeen vrij voldoende. In weerwil van hun moeïjelijk beroep, bereiken velen eenen hoogen ouderdom. De meest algemeene ziekten zijn van eenen rheumatischen en catarhalen aard, terwijl velen, vooral kinderen, ook aan ingewandswormen lijden , iets, dat bij de al- gemeenheìd van het vischdiëet, en bij de waarschijnlijkheid van den overgang der entozoa uit de visschen in den mensch, op- merkelijk is en een nader onderzoek verdient. Tusschenpozende koortsen komen slechts zelden voor.

Wat de verstandelijke beschaving der eilanders betreft, z00 wordt daaromtrent door hen, die in de gelegenheid zijn geweest mader met hen bekend te worden, een gunstiger getuigenis af-