Pagina:Heimans&Thijsse1895InSlootEnPlas1stEdition.djvu/131

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

115

doen toch ook allemaal mee. Doe de flesch maar flink vol — natuurlijk niet zoo, dat de planten opeengeperst zitten, maar ze mogen de flesch toch van den bodem tot den rand vullen. Natuurlijk zitten er ook nog kleine diertjes tusschen, maar liefst had ik, dat hun aantal zoo klein mogelijk was; dan alleen kunnen wij, wat er gebeuren zal in onze flesch, toeschrijven aan de bezigheid der planten.

Nu naar huis, zie daar een emmer met water en een diep bord machtig te worden en jaag alle nieuwsgierigen de keuken uit. Neem nu de flesch met de planten en dompel die onder in den emmer met water, leg daarna de holte van het diepe bord op de opening van de flesch, en keer nu flesch en bord om — steeds zorgende, dat beide onder water blijven. Pak dan het bord, dat nu onderaan ligt, beet — zooals men een bord gewoonlijk aanvat met twee handen — en til bord en flesch den emmer uit. Het bord is dan vol water — de flesch, die er omgekeerd op staat, ook — gij weet al lang door welke natuurkundige wetten: van drukking van de lucht en communiceerende vaten en barometers en dergelijken.

Als nu de rand van de flesch heel zuiver en de bodem van het bord juist vlak is, dan is er van communiceerende vaten geen sprake; het water in de flesch is dan geheel afgesloten van dat in het bord, maar — dat wil ik juist niet. Indien er dus vrees bij u bestaat, dat het water uit de flesch niet vrij in het bord kan komen, snij dan vier plakjes van een kurk en schuif die voorzichtig onder den fleschrand, natuurlijk zorg dragende, dat de rand niet boven komt, anders loopt de flesch leeg en dan kunt ge van voren af beginnen. Nu zal geen enkele Hollandsche huismoeder uw gemors in haar huis willen dulden, zet daarom uw toestel maar op een helder plekje in den tuin of in de vensterbank. Gij moogt uit het bord wel zooveel water